Beethovens' liefdesadvies aan een puber, Prince en Shakira in de file en een finca in de jungle

25 november 2022 - Guatapé, Colombia

"Jij bent al lang een Colombiaanse aan het worden", grijnst Dario terwijl ik te laat kom aanwandelen. We staan naast de nog rustige metrocables op station Acevedo, net zoals een aantal weken geleden op weg naar de muzikale zaterdag op Stichting Camino. Santiago is ook gezellig aangesloten, en onze 'hemelrit' mag beginnen, de inmiddels wat bekendere daken en planten worden schuin overgestoken, en we vertrekken langzaam omhoog de mist in, totdat de chaos van Santo Domingo ons weer op scherp stelt tijdens een wilde manoeuvre naar de juiste bus, met als uitdaging om vooral onze angsten daar op straat achter te laten. Santiago begint al wat te giechelen, oh god, daar gaan we weer, die onmogelijke rit, zo steil en slalommend, en toch gaat het altijd goed (dat is wat je heilig moet aannemen, anders wordt het niks). 

Een aantal kinderen is al bezig de instrumenten en versterkers uit de berging te halen, de zon schijnt vrolijk over de tropische beplanting rondom het culturele centrum, en in een bonte stoet aan leeftijden, culturen en muzikaal talent lopen we naar de muziekstudio in aanbouw, zonder muren en daardoor met een spectaculair panoramisch uitzicht. Er ligt ondertussen een mooie vloer in, we rommelen wat met de stoelen, en Mike is er weer met zijn moeder (Darío vertelt dat zij niet kan lezen of schrijven, maar wel graag meedoet met de muziekles, en niet veel later klapt ze uitbundig mee met de ritme oefeningen). Er is verder nog een nieuw jongetje, ijverig en muzikaal, nog geen 8 jaar schat ik, en ook Nicole, een jaar of 12, die vorige keer in mijn piano groepje zat. Dan nog Mateo, het jongste bandlid, die pas 5 maanden de bas gitaar bespeelt maar al veelbelovend en gefocust de fundering voor de popnummers legt. Darío begint met oefeningen voor het begrijpen van ritme, en zodra ik kan maak ik aantekeningen van deze creatieve aanpak, ja, zo hoort muziekles! Er wordt een metronoom afgespeeld op verschillende snelheden, en terwijl we naar de cadans luisteren wordt het groepje opgesplitst over de twee uiteinden van de ruimte. We gaan 'el metronomo viajero' spelen, oftewel, de reizende metronoom. Elke ronde moet de metronoom in een verschillend aantal maten, van 3 of 4 tellen, overgegeven worden aan de volgende, een soort ritmisch-wandelende estafette, waarbij het moment van overgave (altijd de eerste tel van een volgende maat) precies zo moet vallen dat de een aankomt als de ander vertrekt. De kinderen leren zo hoe de muziek te tellen en begrijpen, op gehoor, maar vooral in hun lichaam. Er wordt heel wat gelachen, gehuppeld, geschuifeld, getwijfeld, en aangemoedigd. Vervolgens kijken we op het whiteboard naar een selectie aan kortere en langere noten, vergezeld van een ritme dat op de grond gestampt moet worden. Een kwart noot (1 tel) noemen ze hier 'pes' (vis), een achtste noot (halve tel)  'ca-sa' (huis), een zestiende noot (kwart tel)  'ma-ri-po-sa' (vlinder), en zo komt de partituur ineens tot leven, met springen op de 'percussie-partij' en het zingen van de melodielijn, later begeleid door mij op het keyboard. Ontzettend origineel en een stuk gezelliger dan van die stijve theorie oefeningen die ik vroeger te vaak kreeg en dus niet deed.

Na de opwarming is het tijd voor de verschillende instrumentengroepen, er staat ondertussen een drumstel in de berging, precies de ruimte naast het stopcontact waar de pianoles moet. Verder speelt de kleine bijdehante muzikant op vol volume zijn eerste basnoten, en in deze wilde geluidsshow neem ik met Nicole door wat ze nog weet, en wat ze thuis oefent. Ze giechelt en laat wat zien, maar is verlegen en weet al snel niet meer wat ze moet. Dus dan maar door op het vorige thema: Für Elise! Die kent ze gelukkig nog, en terwijl ik de noten op het bord improviseer leert ze de eerste 'zinnen' van deze liefdesbrief. Ik begeleid haar op links, het gaat redelijk goed, en net als ik denk dat ze het onder de knie begint te krijgen springt ze op. Het is 11 uur, ze moet naar huis, 'daag, ik ga naar m'n moeder!' en weg is ze. Een beetje verdwaasd blijf ik achter, even ademhalen en bijstellen en erop vertrouwen dat de les van net ergens zal blijven hangen. Darío hoorde Nicole's afscheidskreet en wijst Mateo aan om met mij te oefenen, zodat hij het als mentor bij haar kan gaan begeleiden.

Dat is een leuke uitkomst. Sinds het begin vond ik Mateo redelijk afstandelijk, en dat komt volgens mij vooral door de onderlinge spanningen en stoerdoenerij van de tienerjongens; de leadzanger is 21, zingt over liefde en mag al bier drinken, ja dat is natuurlijk wel heel imponerend. Misschien goed voor Mateo dat hij vandaag even de oudste en de wijste is, en hij kent meer pianotechniek dan ik wist. We bekijken eerst de octaven en de akkoorden van de begeleiding, en dan de originele versie. Enthousiast blijft hij repeteren terwijl ik nog eens de geschiedenis van het stuk nalees. Gecomponeerd in 1810 door Beethoven, maar pas gepubliceerd ergens in de jaren 1860. Hij schreef het voor Theresa, de vrouw waar hij mee wilde trouwen, als een soort liefdes-aanzoek-zang, maar bij het afdrukken van de partituren werd haar naam verkeerd gespeld: Elise. Theresa was boos en wees hem af. Een beetje een hopeloos verhaal dus, maar dat wist hij nog niet toen hij de muziek schreef natuurlijk, en zo begrijp je nog beter de romantische en energieke loopjes die het stuk zo kenmerken. “Ja Mateo, romantisch spelen dus!” Hij heeft ondertussen zijn ‘puber-muur’ wat laten zakken en klinkt vrolijk. Voor de afwisseling leer ik hem daarna een jazz toonladder en we jammen wild, met nog wat aanwijzingen van Darío zie ik Mateo's hele lichaam veranderen in een soort groovende tiener, door zijn bas-skills voelt hij het ritme goed aan en we spelen door tot iedereen al weg is. Beiden blij door deze muzikale ontdekking gaan we lunchen met Santiago en Darío in een klein lunchtentje met groene plastic buitenkant. Het is weer een spektakel om mijn veganistische wensen uit te leggen, maar het lukt en ik krijg zowaar nog korting ook. We praten over verschillen tussen Nederland en Colombia, Darío vertrekt al voor een koffie, en Santiago laat me daarna nog een verwaarloosd voetbalveld zien dat ze aan het opknappen zijn. Dan roept de organisator met een megafoon de hele wijk bij elkaar, en komt iedereen op een zondagochtend helpen, van kinderen tot oma's, ongetwijfeld met luide muziek en veel lol, zoals ze dat zo goed kunnen hier. 

Op terugweg naar de bandrepetitie vraagt Mateo aan ons of we al een Colombiaans vriendinnetje of vriendje gevonden hebben. We lachen van nee, "maar zijn de mensen hier wel knapper dan in Nederland?" vraagt hij. Als ik terug bij hem informeer schudt hij teleurgesteld zijn hoofd, nee, nog geen vriendin, het lukt maar niet... "Sabes que la música es una manera excelente para encontrar novias?" - Dat de muziek een perfecte manier is om een leuk vriendinnetje te vinden. Dat lijkt hem meteen op te beuren. "Als jij nou even jouw Elise vindt en mooi romantisch voor haar speelt, dan maak je absoluut grote indruk". Hij grijnst en zegt, "ja, nee, maar eigenlijk een Theresa dan dus!". Giechelend over ons Beethoven-onderonsje starten we de rest van de middag. Er zwaait een man aan de andere kant van het hek, hij vertelt dat hij muzikant is en meerdere instrumenten heeft, en dat hij zijn kinderen graag op les wil hebben maar geen noten kan lezen, noch muziektheorie kent, en vooral ook geen zin heeft om geduld op te brengen zijn kinderen alles te gaan uitleggen. Maar hij wil wel helpen met dit muziekproject. Zoals altijd is er plek voor elk mogelijke hulp - zeker muzikaal - en binnenkort belooft hij een keer binnen te lopen op een zaterdagmiddag. De bandrepetitie die volgt is een heel leuk improvisatie werk van Mateo op de bas, Darío op een trompet die hij ook blijkt te bespelen, Santiago’s muziek debuut op de trommel, en dan is er nog een drummer met een vriendin van hem, zij zorgen voor de verdere percussie, en ik mag de elektrische gitaar. Voor velen niet hun basis instrument, Darío legt alles tegelijk uit, we lachen, proberen, jammen, en net als iedereen z'n partij doorheeft breekt de hemel open. We worden omgeven door een gordijn aan stortregen, het lijkt eerst nog een leuk geluidseffect maar al snel worden de instrumenten neergelegd en de versterkers bedekt. 

Het is altijd een apart soort stilte, te midden van al het klimaat geweld, de eindeloze druppels creëren een soort vacuüm, iedereen legt neer waar hij mee bezig was, en onder die massale douche is de rest verder muisstil, geduldig, en lijkt er nauwelijks iets te bewegen (er is hier ook zelden wind doordat we tussen de bergen zitten). De bananenbladeren stralen een soort ultieme meditatie uit, de schuine daken vaak redelijk gammel maar toch in perfecte balans met het neerkomende water. Als we elkaar weer een beetje kunnen verstaan en de wolken lichter worden, wordt er enthousiast gedag gezwaaid en wens ik Mateo nog heel veel goed oefenen toe, net nadat ik hem redelijk foutloos de melodie hoor herhalen. Dan springen we met Darío en Santiago snel terug de bus in, het is een uur of 4 en het is mooi geweest. Een bus passeert ons van beneden, en maakt een hoek waardoor de spiegel even bij ons raampje naar binnen komt, maar zonder verder iets te raken - echt buitengewoon indrukwekkend, ik blijf het zeggen. Het is altijd interessant hoe modern Medellín weer voelt als we het metrostation betreden, en hoe ik de stad met de dag door zulke verschillende lenzen zie. En vooral, hoe veranderlijk de beleving van een zelfde plek telkens blijft. We zwaaien Santiago een fijn weekend toe en beginnen aan de volgende etappe van dit rijk gevulde weekeinde.

Aan de hand van Santiago's verhaal hebben we het over adoptie. Wat een geluk het is, zegt Darío, dat die adoptie liefdevol is geweest. En hoe vaak het mis gaat. Dan vertelt hij me een verhaal dat te bizar is om hier niet op te schrijven. In een muziekgroep in La Ceja, een bergdorpje met een buurthuis waar hij ook muziekles geeft (en ze eerst vaak vooral heel veel schreeuwen en met dingen gooien, maar langzamerhand beginnen de kinderen te wennen aan de regels en het respect), ontmoette hij een geweldige muzikant. De man was blind, en vertelde tussen de repetities door zijn levensverhaal aan Darío. Hij werd geboren in een huis vol prostituees, de collega's van zijn moeder, en hij was het product van de onveilige seks die daar aan de orde van de dag was. Zijn eerste levensjaren groeide hij op in dat wereldje, totdat de politie hem ontdekte en hem in een opvang zette voor adoptie. Niet veel mensen wilden hem hebben, hij wordt ouder en heeft een goede band met de verzorgers daar. Ondertussen is zijn zicht flink achteruit aan het gaan door een verslechterende oogziekte. Uiteindelijk wordt hij geadopteerd door een vrouw uit Zwitserland. Al snel blijkt daar dat dit een hele nare vrouw is, ze is onaardig en ongeïnteresseerd, hij voelt zich niet thuis en blijft weglopen van huis, totdat hij na vele terugplaatsingen in een soort gesloten inrichting wordt gezet. Daar komt hij in contact met een aantal Afrikaanse migranten en uitstekende percussionisten, waar hij - volgens Dario - onweerstaanbaar goed heeft leren musiceren. Maar ook heeft hij zelfmoord ideeën, is ondertussen zo goed als blind en heeft als laatste geluk nog de psycholoog van de afdeling. Als hij uitlegt dat hij zo graag terug wil naar Colombia, vertelt ze dat dit pas kan als hij meerderjarig is. Dan wil hij er liever op een andere manier heen, zegt hij, doelend op het beëindigen van zijn leven. De psycholoog heeft ondertussen veel medeleven ontwikkeld voor zijn verhaal, en belooft dat zodra hij achttien is, hij naar Colombia mag, en dat zij mee zal gaan. Ze komt haar woorden na, en niet alleen reizen ze samen terug naar zijn wortels, ook adopteert ze hem. In Colombia vindt hij zijn oude vrienden en ook z'n moeder terug, en hij blijft gelukkig in Colombia. Het schijnt dat die psycholoog, die ook nog een paar andere kinderen heeft, nu ook naar Colombia wil gaan emigreren! De muzikant is ondertussen accordeonist en percussionist, werd verliefd en kreeg een dochtertje. Snel daarop volgde een scheiding, en nu is hij alleenstaande vader met dit meisje, dat hem overal aan de hand mee naartoe leidt, en dat schijnt ook nog eens heel goed te werken. Darío geeft ook les aan een groep blinde kinderen op een speciaal centrum, en nodigde deze muzikant uit in een van de lessen. Op het filmpje zie ik een uitzinnige muzikant op zijn accordeon inspelen, terwijl een paar jongetjes helemaal in de muziek opgaan, hun lichaam beweegt alle kanten uit, en dat terwijl niemand in het lokaal (behalve Darío) elkaar dus kan zien. Weer een verhaal dat in de muziek sprookjesbundel past.

We rijden het donkere terrein op van Darío's huis in El Carmen, en de rest van de avond bestaat uit nog veel meer muziek, inclusief mijn optreden op de luidspreker. Darío is best onder de indruk en vraagt me naar mijn voorbereidingen, harmonische ideeën... als ik vertel dat ik die amper heb en meer een soort artistiek, narratief idee had waar ik dan verder in duik en zelf ook verrast word door wat er op de toetsen gebeurt, krijg ik een soort verbaal schouderklopje, en dat is altijd leuk. We eten 'stokbrood' dat totaal uit elkaar valt maar wel grappig is, vooral omdat het als 'frans brood' verkocht wordt, en in Catalaanse stijl zit er tomaat, omelet en veel olijfolie op, "Pa amb tomàquet"! Jubelen we in eer aan onze herinneringen aan Barcelona. Ondertussen klinkt er een salsa versie van "Ne Me Quitte Pas", en staan we te dansen in de huiskamer. 

Het ontbijt is met lekker veel koffie en vooral voor beiden een leuk bakje met klein gesneden appel die hij schattig zat te voorbereiden - zo'n luxe dat iemand weer een keer wat eten klaarmaakt! Daarna moeten de honden nog eten, is er een fietsband lek, smeer ik de kettingen en blijkt hij laatst tegen een paaltje geknald waardoor het fietsenrek achterop de pick-up verbogen is. Met een beetje puzzelen en uiteindelijk nog wat klappen van een hamer is de installatie gereed, en ondertussen grinnik ik over de chaos, vertraging, en ook dat het allemaal niet zoveel uitmaakt. Alles liep voorspoedig totdat we bij een bocht van een kleine, groene autoweg plots tot stilstand komen. Na wat over en weer roepen blijkt er een paar honderd meter verderop een deel van de weg te zijn weggezakt. Als we er later langs rijden is het erger dan ik dacht: de tweebaansweg is voor een aantal meter nog maar eenbaans, de rest ligt beneden aan de schuine helling die tot de bodem van het dal reikt. Met wat losse verkeerslinten en bordjes met groene en rode kant worden de auto's in slots van een half uur om beurten over die ene strook geleid. Ik denk maar even niet aan hoe ze dit gaan repareren, want een fundament om op te bouwen is er dus niet... 

Maar! De file zorgt wel weer voor nieuwe gesprekken. Ik koop te dure aardbeien voor de lol van de vertraging, en zet "Purple Rain" van Prince aan. De zon schijnt fel, Darío leunt achterover in zijn stoel, en het is gelukkig pas een uur of 9. Natúurlijk houdt hij van Prince (hij lijkt ook wel op een soort rauwe Colombiaanse achterneef van Prince vind ik ineens, vooral met die zonnebril), en twee maanden geleden was de oude bassist van Prince blijkbaar op de stichting hier in Medellín om het bandje les te geven ("een fenomenale muzikant, maar ook redelijk gestoord" zegt hij). Een onverwachte connectie hier, en ineens ben ik dus 3 handen verwijderd van deze rockster. En dat is trouwens niet de enige, kwam ik gister achter. Terwijl we de virtuoze klanken van Peter Beets' jazz interpretaties van Chopin's Nocturnes bewonderden, wees Darío ineens naar een donkere villa achter de struiken.

"Daar woont de oude producer van Shakira; een hele aardige en vooral ook heel rijke vriend van me" hoor ik op links. Hij vertelt dat hij die vriend nog kent van het conservatorium, en dat hij ooit met die producer en Shakira in een muziekstudio in Bogotá stond. "Toen was ze nog heel aardig en had ze zwart haar, en oh ja, het was vooral al een geniale ondernemer, nog vers aan de start van haar grote succes" herinnert hij zich. Het waren haar eerste jaren van de carrière, en het album van zijn producer-vriend was maar een matig succes. Later kreeg hij onverwachts een gigantisch bedrag van Sony om nog een album op te nemen, wat wel aansloeg. Het succes groeide exponentieel, en zo ook de spanningen. Shakira en vriend kregen ruzie over muziekrechten, en uiteindelijk stapte ze over naar het productiebedrijf van Gloria Estefan in Miami waar ze alle hitlijsten veroverde. Terwijl ik voor me zie hoe Shakira die stap maakte, van gepassioneerde zangeres in Barranquilla tot Colombia's bekendste en best verkopende muzikant ooit, begint de file langzaam weer te rijden. We mogen nog net mee in de groep die langs de roadblock met afgrond wordt geleid, en niet veel later begroeten we een zondagse Derk in Guatapé - een dorp in een gebied vol mooie meren, waaronder het oude dorp ligt dat met water is ondergelopen om een hydro elektrisch watercomplex te creëren in de jaren 70; vooral bekend om de hoge rots die je kunt beklimmen met waanzinnige uitzichten.

Maar ons plan heeft andere 'vistas', we wieleren op weg richting San Rafael, een dorpje dat zo'n 20 km verderop en bijna een kilometer lager ligt, in het eindeloze groene, diepe dal. Na een stuk dat doet denken aan een soort van jungle-polders met nog wat kleine klimmetjes slingert de afdaling voor ons uit. Een halfuur sturen, balanceren en remmen langs haarspeldbochten en kleine huisjes, totdat we plots een 'trocha pad' inslaan, een ruig pad met stenen en modder, dan een spannende brug over, en nog een halfuur 'klunen' met de fiets over gras en stenen door een prachtig gebied, dat al snel ver van de bewoonde wereld voelt. We verstoppen de fietsen bij een boom voor eventuele diefstal, waar Derk en ik nogal om moeten lachen want je ziet de felrode fietsen hoe dan ook. Via een zwaar hek lopen we over een verlaten betonnen brug naar een pad vol bladeren, kronkels, modder en een rijke harmonie aan geluiden van planten en onzichtbare dieren. Even later zegt Dario: "Estamos en el realismo mágico niña, aquí pasan cosas locas" - "We zijn hier in het magisch realisme, meisje, hier gebeuren gekke dingen..." - terwijl we steeds dieper de "selva" (jungle) in lopen. 

We zijn op weg naar de finca van Dario's familie, die ze ooit in de jaren 90 kochten maar nooit bewoonden door periodes van geweld, en levens die in de steden werden opgebouwd. Je kunt alleen bij het huisje komen via dit pad, zo'n drie kwartier te voet vanaf de weg. We klimmen verder, ik glij nog bijna van een mossige rots de beek in, en dan beginnen we aan een glooiend open veld, omringd door hoge bomen met op rechts een heldere, bruisende rivier. De zon schijnt enthousiast, het is rond een uur of 1, en het gebouwtje in de verte komt steeds dichterbij. We blijken op een deel van het land van de finca te lopen, dat zich uitstrekt over een oppervlakte van 40 hectare! De muren van het huisje tonen verbleekte oranje en blauwe verf, omgeven door prikkeldraad, exotische fruitbomen, oude houten kozijnen, versteend stof en spinnenwebben die oplichten door de middagzon. Darío heeft hier nog nooit geslapen, maar is er gedurende zijn leven regelmatig langs geweest, en nu wil hij gaan ontdekken hoe hier een soort cultureel centrum op te zetten. We turen over de aflopende weide, en daarboven een bijna perfect gevormde piramide die een berg is, en al die panorama's en stillevens kijken ons aan in diepe rust. Er wordt wat gebrainstormd over een vrijwilligersproject hier, een muziekstudio ook, een authentieke renovatie van het dak, welke kleur de dikke muren dan zouden krijgen, en waar er nog wat kleine cabaña's zouden passen (ik schat dat je er wel 100 kunt neerzetten). Misschien kunnen ze er een schrijversoord van maken, of zelfs een totaal zelfvoorzienende hippie commune? De fantasieën zetten voort, Darío klautert nog in een boom om met wilde gebaren een monsterlijk-ogende vrucht te plukken, en terwijl we even later de rivier onderzoeken, sterven onze gesprekken weg tot een soort tijdloze rivier, alle drie in onze eigen geesten reizen we af op de geluiden van het levendige water, stromend langs en soms over de grote rotsen. Ik denk aan de rivier die we in Urrao tegen kwamen na een lange fietstocht met Santiago, die leuke muziekleraar, de maestro Alejandro waarvan ik toen nog niet wist hoe bijzonder die was, en Guillaume, een violist waarvoor ik nu een project aan het schrijven ben om sponsoring van een Zwitserse bank te regelen voor de opname van een concert met het Iberacademy orkest. En nu zitten we hier, met Darío en Derk. Twee fiets avonturen met muzikaal thema, in totaal met vijf mannen die ieder op hun eigen manier bezig zijn met muzikaal ondernemen, met volle passie en een sociaal hart. Als je ze naast elkaar zou zetten zouden ze bijna niet verschillender kunnen zijn, maar toch hebben hun levenslijnen overeenkomsten: Onderzoeken, creëren, samenwerken, krachten bundelen - harmonieën zoeken in al die uiteenlopende klanken, ideeën en dromen waarmee we ons omgeven. En nu wordt het tijd om nog eens wat meer vrouwelijke muzikanten aan dat rijtje toe te voegen...

Na deze ‘rivier meditatie’ vinden we als vanzelf de weg terug omlaag naar de fietsen, en sneller dan verwacht staan we alweer bij het restaurantje aan het begin van het pad, waar we nog net een lunch kunnen bestellen. Er volgt een overwinnings maaltijd, en na nog meer ideeën over die magische plek van net, begint de langverwachte rit terug naar het hoogste punt van onze dag: De Klim. Het wordt zo'n 2 uur klimmen, steeds verder de wolken en de schemering in, en Darío en ik zijn het erover eens dat dit toch echt de ultieme meditatie is: Ademen, stijgen, trappen, de stilte. We beloven elkaar contact te houden als ik vertrek, om te sparren over de toekomst van Movimiento Manglar, en de cultuur commune die ze op de finca willen gaan neerzetten - misschien kan ik nog wat vrienden sturen om het een en ander te bouwen, of ontdekken we andere uitwisselingsmogelijkheden in de komende jaren… Een leuk vooruitzicht! Mocht iemand die dit leest dus willen meewerken aan deze spannende projecten, je weet me te vinden.

De rest van de route is eigenlijk niet verlicht en we zweven door een soort mistig vacuüm, af en toe afgewisseld door felle koplampen van een tegenligger. Derk komen we weer tegen aan het einde van de route, en flink bezweet en voldaan omhelzen we elkaar gedag. De terugtocht heeft Darío in geen 10 jaar zo stil gezien, meestal is het een grote carnavals 'taco' (file) hier op de zondagavond. Blijkbaar heeft de start van het WK, in combinatie met de nieuwsberichten over de half ingestorte weg de mensen thuis gehouden, een grote meevaller. Muziek vult de ruimte aan afwezige gesprekken na zoveel uur praten, tot we van de weg af draaien naar een traditioneel eet tentje. De Arepa en Chocolate, natuurlijk, we zijn afgekoeld en vullen wat energie aan om de dag mee af te sluiten. Ondertussen leg ik Darío de wonderen van Bumble uit. Hij is al even gescheiden en wil wel weer eens iemand ontmoeten. Hij raakt enorm enthousiast bij het zien van alle opties op deze dating app, en vooral over dat je je interesses kunt aangeven. Binnenkort ga ik hem helpen om eens een profiel aan te maken. In gezelschap van nog wat gesprekken over liefde, scheiding, kinderen en de jeugd, en hoe hij eigenlijk een soort baan heeft gemaakt van het sociale vaderfiguur, worden de lichten van het huis op de heuvel gedoofd.

Voor zevenen rijden we naar het busstation met slaperige hoofden en herstellende benen, en na een ontbijt van koekjes en heftige koffie slaapt Darío verder, terwijl ik het landschap zie veranderen. Over twee dagen ga ik naar Curaçao, een vriend opzoeken in totaal andere omgeving, cultuur en natuur, en bij terugkomst heb ik nog enkele weken voordat ik de bergen onder Bogotá in duik. Het ochtendverkeer, de ontwakende palmbomen en het kleurige leven langs de weg ogen ineens wat melancholischer, en ik word er weer aan herinnerd hoe relatief ruimte en tijd soms zijn, hoe ver weg die eerste week in Medellín voelde, en hoe dichtbij het einde binnenkort. Toch is het een tijdelijk thuis waarvan ik weet dat ik er graag terug ga komen. We zijn uitgestapt en lopen zwijgend langs een drukke straat, Dario op (te late) weg naar een doktersafspraak, en ik even later in de metro die me dagelijks tot de uiteinden van de stad blijft brengen. De laatste werkdagen beginnen in zicht te komen, ik ben aan het nadenken over welk studiemateriaal mee de bergen in te nemen, over trainingsschema's op de piano, over de daaropvolgende maanden, de Andes, de Amazone, Barcelona, Lyon, Amsterdam, en dan masters, baantjes, waar ga ik een kamer vinden, hoeveel ga ik weer genieten van mijn dierbare familie… Stop! De metro komt schokkend tot halt terwijl de deuren al openen: Sabaneta. We zijn er, in het thuis van het nu. 

Ik stop m'n telefoon ver weg en observeer het levendige gebeuren op de trappen van het metrostation. Gele taxi's komen af en aan, ik zie het bekende bord met instructies van de verkeersregels op de fiets, er staan wat eetkraampjes te roken en ik passeer die fabriek met de stinkende autobanden (die ze geloof ik verbranden), en de geur, hoe onaangenaam ook, is verbonden met het thuiskomen in de rustige wijk, de brede autoweg over, met dat stoplicht dat te kort op groen staat, langs de supermarkt naar het dorpsplein waar de Kerst al flink huishoudt tussen de gonzende terrassen. De bomen hangen vol roze en gouden lichten, en er is een soort tunnel aan donkergroene bogen in aanbouw, de week is al van start gegaan en ik denk aan wat de dag gaat brengen. Plannen vind ik heerlijk en het maakt allerlei dromen mogelijk, maar het ritme van dag tot dag, dat je hier tot in de uitersten leert, dat geeft een heel ander soort overzicht: De blik op het nu. Een 'levensbril' die zeker mee terug gaat in mijn bagage.

Foto’s