In Crescendo: Puberale uitdagingen en een uitzinnig Kerstconcert

14 december 2022 - Medellín, Colombia

Zondagochtend, 4 december 2022, 9:00, er gaat een late wekker, en ik moet gaan bedenken wat ik nodig heb om de komende 6 dagen te bivakkeren op de UNAC, een religieuze universiteit hier in de stad, die bij aankomst in diep verval blijkt te verkeren. Iberacademy organiseert met hun jongeren ontwikkelingsprogramma "In Crescendo" een muzikale week met meer dan 100 kinderen tussen de 10-20 jaar oud, van 32 verschillende gemeenten uit de regio Antioquia, om samen met onze muzikanten te gaan repeteren voor een gigantisch kerstconcert op de donderdagavond in het Teatro Metropolitano (zegmaar het Carré van Medellín). Op de valreep hoor ik dat ik mentor word, én algemeen aanspreekpunt van discriminatie en grensoverschrijdend gedrag voor alle kinderen. Al snel zal blijken dat ik mijn skills met tienermeisjes een beetje overschat, maar daardoor dus ook dat er nog heel veel interessants te leren valt. Colombiaanse 12-jarigen worden toch echt met een ander ritme volwassen... Een week van grote cultuurverschillen op gebied van opvoeding en gedrag, en tegelijkertijd leer ik dat ze in de wortels allemaal met hetzelfde rondlopen: hormonen, onzekerheid, een onvoorspelbare houding van nieuwsgierigheid-onverschilligheid, een vreemde mix van moe-energiek en verder vooral heel giechelig en gezellig. Op de zondagavond vraag ik me af hoe we deze week in godsnaam met z'n allen in banen gaan leiden, maar voor we het weten zitten we op de fluwelen theaterstoelen als de lichten dimmen...

Het is een vochtige, benauwde ochtend, en na drie dagen zonder regen lijkt er vanalles in de lucht te hangen. De taxi's zitten vol en rijden voorbij, tot er uiteindelijk een colectivo busje met "MAYORCA" op de voorruit nadert, daar moet ik heen, naar kantoor, om Vanesa's sleutels over te nemen en te kunnen openen voor de verhuisploeg. Bij aankomst, verhit en licht gestresst, word ik toch weer verbaasd door de "ik ben er over 15 minuten", terwijl ik écht punctueel hoorde te zijn. Ook blijkt er een repetitie gaande met de maestro en een deel van ons orkest ter voorbereiding van komende week, de contrabas tonen trillen onder de entreedeuren door. Vanesa is met haar vrolijk huppelende dochtertje op de hielen weer allerlei dingen aan het regelen en ondertussen een taxi aan het bestellen om dozen met pennen, mapjes, bladmuziek en een printer naar de UNAC te krijgen. De muzikanten druppelen de zaal uit en kletsen na, er worden grappen gemaakt op het zonnige balkon met het weidse uitzicht over de vallei, en er hangt opwinding in de lucht over de komende dagen - met hier en daar een frons, want chaotisch zal het absoluut worden. Daarna volgt een uur van stilte, ik alleen op de mooie academie met de meditatieve bergen die de raamkozijnen omlijsten, ik loop door de ruimtes, alleen met al die instrumenten die al zoveel studenten handen deelden, reisden, reden, vlogen, gestemd werden, misschien met nog wat opgedroogde tranen op de snaren, en de klankkasten gevuld met al die ontvangen applauzen. De twee glimmende vleugels, de vertrouwde zwarte concertvleugel en een bruine houten oudere vleugel, die ik nu voor het eerst uit de hoek durf te rollen. De toetsen zijn geel en het geluid galmt een beetje wrang door, maar de ziel straalt recht uit de snaren en ik vraag me af waar deze piano geboren is. Ondertussen weet ik de sfeervolle podium lichten te vinden in de meterkast, en ik zoek voor een van de laatste keren de tijdloosheid met de concertvleugel (is het niet prachtig dat we dat een vleugel noemen? In het engels "grand piano", in het Spaans "piano de cola", letterlijk vertaald als "staart-piano" bedenk ik nu, geinig. Maar de term "vleugel", die natuurlijk naar de vorm refereert, doet wel ultieme eer aan het gevoel van het bespelen van zo'n instrument.) De instrumenten, stoelen en ik bevinden ons in een muzikale stilte voor de storm, ik verzoen me met de piano die ik tot nu toe al redelijk heb mogen leren kennen, bedank de toetsen voor de thuishaven die ze vaak boden als het hier op werk ineens een beetje veel, onbekend of onzeker voelde. Het begint middag te worden, de zon schijnt vanachter de zaaldeuren op de ingepakte instrumenten, en langzaam verandert de tijds frequentie...

Mijn roes wordt plots opgeheven door de binnenkomst van vier jonge, vlotte, hip-hop achtige jongens. Ik had me de verhuizers iets anders voorgesteld, maar ze weten precies waar ze mee bezig zijn, gooien de contrabassen over hun schouder en rollen de percussie verzameling tegelijkertijd richting het parkeerterrein. Een marimba wordt op zijn kant getild en er klinkt Bachata muziek. Gefascineerd door hun sjouw technieken denk ik na over hun levens, uitgaande van kledingstijl en de muziek die uit hun broekzak klinkt, en dat in contrast met al deze klassieke en zeer kostbare muziek materie. Ondertussen besef ik dat ik ze vaker heb gezien na concerten, en ik hoop dat ze tijdens hun werk ook nog wat muzikale inspiratie op doen, wie weet, zoals een soort Matt Damon in Good Will's Hunting, pakken ze ineens de viool en spelen ze het hele orkest plat... 

De concertzaal is leeg, en voor de tweede keer (en laatste in lange tijd) wordt het stil op kantoor. De lucht begint te betrekken, en na het sluiten van de kantoordeuren begint de reis via metro, bus en wandelwagen naar de UNAC campus, waar de eerste groepen kinderen al zijn aangekomen. Voorbij de veiligheidspoortjes is het een opgewonden bedoeling, kinderen zeulen met allerlei formaten aan instrumenten, ik word begroet door Alvaro, een gezellige dirigent student, en een aantal andere collega's, terwijl er in radio's wordt gesproken, rond gewezen, en hier en daar wordt een van de kleine kinderen van zijn tuba gered (echt kolossale koffers zijn dat), terwijl de glooiende grasvelden me naar het meisjes gebouw leiden. Er worden naamkaartjes en kamersleutels uitgedeeld, overal zie ik omhelzingen en nieuwsgierige blikken, en tussendoor staan wat bouwvakkers het plafond te schilderen. Via de brede trap naar de eerste verdieping, kamer 29, waar al een koffer op een bed ligt. De kamer is donker, ik zie twee smalle stapelbedden met versleten, bloemige matrassen vol vlekken, wit stalen frames, afgeragde houten kasten, een klein raampje met vergeelde gordijnen, en vier plastic stoelen. Al snel blijkt dat je zelf beddengoed, handdoek, wc-papier etc. moest meenemen, en dat het meer een soort kamperen is in een gebouw waarvan ik niet kan zien of het in aanbouw of in afbouw verkeert. Enfin, ik zat dus niet in de "Chaperon" Whatsapp groep en wist van geen van deze benodigdheden. Later krijg ik een lief zebra dekentje van mijn bovenbuurvrouw en mede-mentor, en ik stel in de komende uren mijn verwachtingen van deze week bij: meer chaos, meer kampeer taferelen, meer (onrustige) tieners, meer spannende en culturele uitdagingen, en ook nog veel meer zin om dat alles op een bepaalde manier richting het Grote Kerstconcert toe te gaan leiden.

Rond 17:00 vertrekken we met de stoet jonge vrouwen naar het koffiekleurige hoofdgebouw, richting de vijfde verdieping. Het hele gebouw galmt van een harmonie aan kreten, iedereen krijgt een cupcake met een gigantische berg oranje room erop (de kleur van Iberacademy), een fruitsapje, en een stoel in de collegekamer. Hier is de strategie dus anders: vol stoppen met suiker, zodat ze tenminste tijdens de bijeenkomst hun mond vol hebben en daarna het hele terrein af stuiteren. Het werkte redelijk! We beginnen met een uur aan praatjes, regels, waarschuwingen en lieve maar voorzichtige woorden. Het blijkt een streng religieuze campus te zijn, en daar zitten allerlei regels aan verbonden, in combinatie met het veiligheidsbeleid van de academie. Er is een psychologe aanwezig, die de hele groep vraagt waar ze aan denken bij termen als 'discriminatie', 'grensoverschrijdend gedrag' en 'seksueel geweld'. Ik ben enorm onder de indruk van de aandacht die hiernaar uitgaat, zeker als aller eerste evenement van de week! We doen een oefening met de persoon achter ons: "Maak een vuist, en laat de andere persoon proberen die vuist open te maken". Meteen volgt er geschreeuw en gelach, terwijl kinderen wild aan elkaars vuisten trekken. Na een minuut roept de jonge psychologe om orde. "Wie van jullie heeft gewoon vriendelijk gevraagd of je die vuist mocht openmaken"? Niemand. "En dit is dus het principe van toestemming geven, van grenzen, en een voorbeeld van allerlei verschillende manieren waarop we ons niet gerespecteerd kunnen voelen in onze identiteit, ruimte of veiligheid." De boodschap komt goed binnen, en ik ben blij met deze psychologische aandacht voor de komende dagen, iets wat al snel een groot thema blijkt te zijn, al helemaal onder mijn groep meisjes - de jongsten van de club.

Zo'n vijf minuten voor deze sessie was ik door mijn manager apart genomen, of het goed was dat ik het algemene aanspreekpunt werd van alle vormen van discriminatie, aanranding, of eigenlijk elke mogelijke vorm van grensoverschrijdend gedrag - en of ik zo even voor de groep wil komen gaan staan, met Juan José, dirigent, collega, Iber student en mede aanspreekpunt. We worden voorgeleid en ik kijk meer dan honderd vragende gezichten in de ogen. Ik lach een beetje onhandig en probeer vrolijk te zwaaien, in de poging empathisch over te komen. Zullen zij echt op me af gaan stappen als er iets ergs gebeurt? Hoeveel drama staat me deze week te wachten? 

De maestro is er, de directrice van de Hilti Foundation uit Liechtenstein, de vrouw van de maestro, en daarnaast zaten Patri, Sasha en Nataly, met een panel aan welkomstwoorden en logistiek geklets, en daarna de directie en Leon, de geweldige fluitdocent, met allemaal motiverende woorden over discipline, talent, de gift die ze hebben, het dankbaar zijn... het jonge muzikanten publiek kijkt hun grote ogen uit. Het giechelen en hangen op hun ellebogen is gestopt, ik zie rechtere ruggen en in enkele blikken wat fonkelen. Na afloop zoekt mijn groep me op. Tien meisjes verzamelen zich langzaam om me heen, tussen de 10-13 jaar oud - al lijken ze wel tussen de 8-18 jaar oud -, sommigen verlegen, anderen kijken me uitdagend aan. Het lukt me niet de namen op te slaan, en ik besluit na wat korte woorden dat het wel los zal lopen. De psychologe komt later naar mij en Juan toe. Als er gedachten zijn van zelfdestructie, zelfmoord, als we afwezigheid of depressiviteit zien, of wat dan ook, moeten we haar bellen. We praten over allerlei mogelijke signalen terwijl de tieners om ons heen rennen, en de schemer valt achter de ramen van het klaslokaal. Officieel moeten ze me vanaf nu continu vertellen waar ze heen gaan, mogen ze nergens alleen naartoe en moeten ze me 's nachts wakker maken als ze willen plassen...

Ik lig alleen met twee andere mentoren op de kamer, en dus weten we nooit wie er voor wie klopt. Om 21:30 gaan de lichten uit en gaat het hele gebouw op slot, en elke ochtend moeten ze om 5:00 al douchen om om 6:00 bij het ontbijt te zitten. De grootste uitdaging is al meteen de zoektocht naar een balans tussen die regels, ontspanning, gezelligheid, en mijn rebellie tegen het religieuze beleid waarbij jongens en meisjes zelfs gescheiden in de bus moeten zitten! Aan de andere kant merk ik dat de meiden in hun gedrag en fysiek heel volwassen zijn, meerderen zijn al ongesteld, en door de verhalen van de afgelopen maanden begrijp ik dat tiener zwangerschappen echt nog veel voorkomen. In dat opzicht ben ik misschien ergens blij om me achter de katholieke regels te kunnen verschuilen, het is absoluut conservatief maar ergens snap ik ineens wel hoe dat soort regels einde maken aan onderhandelingen en allerlei risico's gedurende zo'n week. Gelukkig heb ik er toch niks over te zeggen en na twee dagen lijkt iedereen zich te hebben neergelegd bij dit wereldje. De volgende regel is wel enorm in mijn voordeel: de hele campus is vegetarisch! Tot enorme ontzetting van nagenoeg alle aanwezigen. Sommigen weigeren te eten en bestellen stiekem hamburgers, anderen gaan op een strict dieet van empanadas van de kiosk aan de overkant van het grasveld (de enige eetgelegenheid buiten de kantine op het terrein), en ook mijn collega's hebben het zwaar. Als we halverwege de week vlees krijgen op de EAFIT universiteit, of wanneer later een giga lading pizza dozen met salami landt, is iedereen uitzinnig. Fastfood, vlees en frisdrank, het is echt bijna onmogelijk om hier sociale evenementen zonder die ingrediënten te vinden... En het is nog een mentale kwestie ook, de kinderen voelen zich totaal lamlendig en energieloos bij het vegetarische eten (zeggen ze), en de staff praat vaak net zo kwaad mee: "van dit soort troep kun je toch geen energie krijgen?" (!)

Als iedereen eindelijk in de kamers ligt, is het bedden tellen, afvinken, onderhandelen over het douchen 's ochtends, en sommigen willen zelfs al om 4:30am opstaan om hun haar te doen. Om 23:30 wordt er op mijn deur gebonkt, en als ik opendoe staan er twee van mijn meisjes voor de deur te bibberen, er zijn allemaal enge geluiden, zeggen ze. Door het donkere, inderdaad spookachtige gebouw volg ik ze de trap af, en ik hoor vreemd gestommel, gelach en verschillende stemmen, het lijkt uit kamer 6 te komen. De meisjes zeggen dat ze ook nagels over de muur horen krassen, en dat ze echt niet kunnen slapen. De andere twee meisjes liggen al wel diep in dromenland, en als ik probeer om in de kamer van hun buurvrouwen te komen krijg ik geen gehoor. Na meer bonzen en wachten vraag ik of ze toch maar willen proberen te slapen... De volgende ochtend is het een gigantisch karwei om de meiden, verdeeld over 4 kamers, allemaal om 5:15 bij de douche te krijgen. Het lukt niet en mijn Spaanse strenge woorden skills stellen me een beetje teleur. Kamer 6 vertelt me dat ze bijna niet geslapen hebben, door al de herrie achter hun raam, rennende jongens en schreeuwende mannen... Een vreemd en best wel eng verhaal. Ik spreek af dat ze me voortaan voor alles wakker maken of bellen, en in overleg met mijn collega's later blijkt dat er een groep onbekende (jonge)mannen voor hun raam heen een weer aan het lopen was, om af en toe op de ramen te bonzen; het geheimzinnige gebouw naast het onze blijkt achteraf gewoon een hotel te zijn! Het is een van de vele rare details die deze week opdoemen, in continu contrast tussen erg strenge, beschermende regels en redelijk ongeorganiseerde chaos en desinformatie. Ondertussen lopen we door het ochtendgras naar de grote eetzaal, waar met weerzin naar de ontbijtborden wordt gekeken. Het is inderdaad een redelijk spartaanse bedoeling, de borden en het bestek zijn vaak nog nat, er is maar éen menu keuze per maaltijd, meerdere douche deuren blijken kapot, net zoals delen van het plafond, en achteraf horen we dat er in een aantal jongenskamers hele families kakkerlakken ontdekt zijn. De attitude van de kinderen verrast ons des te meer, ze klagen amper en maken er het beste van, iets waar de organisatie misschien nog wel iets van kon leren...

Maandag is bij uitstek de meest chaotische dag. Er zijn allerlei problemen bij de orkest repetitie, missende partituren en een woedende maestro, een vals zingend kinderkoor, gefrustreerde collega's (eentje bijna aan het huilen), en daartussendoor allemaal kinderen met heimwee, waarvan sommigen letterlijk ziek worden. Als ik in de ochtend mijn meiden tel zie ik ineens een Andrea in tranen. Ik ga bij haar zitten in haar kamer, en het blijkt dat ze een paniekaanval heeft. Ik staar naar het zonnige grasveld en heb even een black-out, ja, wat zeg je dan? Rustig vraag ik naar haar hobby's, haar broers en zussen, en ook waar ze zoveel stress van krijgt. De prestatiedruk, sociale angst, heimwee, buikpijn... van alles komt voorbij. We wandelen wat over de rustige campus en als ze wat is gekalmeerd rapporteer ik het geval aan mijn manager, die haar vervolgens nogal lomp vraagt wat nou het probleem is. Later neemt de psycholoog Andrea apart, en voor ik de resultaten van hun gesprek kan horen zit Sara huilend aan de lunch, ze is zo misselijk van het klarinet blazen dat ze niks kan eten. Terwijl ik Sara probeer te managen blijkt het dat Valentina buikkrampen heeft, of ze alsjeblieft even mag gaan liggen. Oh goed, hoe doe je dit? Ik troost Sara, praat met haar klarinet meester, leg Valentina op bed, en ga naar het spoedoverleg met de directrice, mijn manager en de psycholoog over Andrea. Serieuze gezichten kijken elkaar aan, ze blijkt zich heel slecht te voelen, depressief ook, en ze heeft zichzelf wel eens gesneden. "Als dit niet verbetert, of als er zelfmoord gedachten opkomen, moet ze meteen naar de eerste hulp!" krijgen we uitgelegd. Ik zeg dat ze beter met haar twee vriendinnen op een kamer kan liggen, en dat het ook wel bij mij mag omdat we al wat vertrouwen hebben. Een priemende wijs- en middelvinger steken uit naar mijn ogen vanaf de directrice; "dat is goed, maar je mag haar geen seconde uit het oog verliezen, en haal eerst ook alle scherpe voorwerpen weg uit jullie kamer". Ik schrik van deze directe, zeer ontactische communicatie, en zal de komende dagen nog een aantal keer dit woeste signaal krijgen, onder andere in het winkelcentrum en onderweg naar het concert, twee priemende vingers en ogen die me toch vooral doen denken: ja, jij bent ook moeder, ik snap je zorgen, en tegelijkertijd snap ik geen snars van je communicatie, zo ga je toch niet met angst en gevaar om? Ik hoop maar dat ze wat liever voor haar zoon is. Een mengsel van verantwoordelijkheidsgevoel voor Andrea, en afkeer voor het onbegrip aan verantwoordelijkheids besteding van deze directrice gaan door mijn lichaam. Hoe gaan we iedereen gezond en gelukkig door deze week loodsen?

De komende dagen zijn verder een vol schema aan ochtendgymnastiek, repetities van ensembles en orkest, snacks, moeizame maaltijden, en gelukkig ook heel veel lol onder de kinderen. Bij elke activiteit tel ik de tien inmiddels bekende hoofden, en ik check continu met ieder persoonlijk hoe het gaat. De andere Sara vind ik af en toe in het donker achter haar kamerdeur op een stoel zittend, terwijl ze in een soort open kast kijkt. Als ik van de schrik ben bekomen zie ik dat dit haar manier is om tot rust te komen, en zo leert elk meisje me deze week wel een les: ieder gaat anders om met deze week aan overweldigingen, spanningen en uitdagingen, en er zijn heel veel prima manieren voor die we misschien niet kennen. Het fijnste is dat ze hun processen redelijk met me delen, en ondertussen bespreek ik af en toe mijn zorgen met de charmante muziekleraar uit Urrao, die hier ook met zo'n 10 kinderen is. Afgezien van het muzikale marathonschema gaan we tussendoor op uitjes naar een concert, en later met alle kinderen naar de film (stel je voor: 100 kids + staff in een gigantische bioscoopzaal in het winkelcentrum, ieder met 1kg popcorn en 1L cola - iedereen vindt het geweldig, en ik vind de film veel te gewelddadig voor de kleintjes.) 

Donderdagochtend. Alle meiden staan ongeveer vrijwillig op, het is De Grote Dag. Ik vraag of Juana zin heeft in het grote concert vanavond. Jawel, maar deels niet, zegt ze meteen. Als ik vraag of ze goed voorbereid is zegt ze dat de partituren goed kent, maar dat de familie van haar vader komt en dat ze die vervelend vindt. Als ik voorzichtig vraag waarom, zegt ze direct dat hij haar heeft ingewisseld voor een nieuwe dochter en vrouw. “Het enige dat hij me ooit heeft gegeven is mijn klarinet. Hij belooft me al jaren een computer maar in plaats daarvan geeft hij me een nieuw meisje en vrouw die ik niet wil. Zometeen zitten ze in het publiek en dat wil ik helemaal niet. Een paar jaar geleden had ik een rolschaatsshow en toen ik ze toen ineens zag zitten ben ik meteen huilend het podium afgerend.” Ze kijkt recht voor zich uit en glimlacht, en ik voel een innerlijke frons over de volwassen inzichten die zij al gehad heeft moeten hebben. Een meisje uit een dorp hier een paar uur vandaan, leergierig en met allerlei kleurrijke jurken en sieraden. Ze staat elke ochtend zelf op tijd bij de douche, en ze doet me een klein beetje aan mij denken vroeger, zeker in de setting van al deze tienermeiden, met haar mengeling van verlegen zijn, leergierig maar bescheiden, en tegelijkertijd ondeugend met haar vriendin Isabella, een klein meisje met een hele lieve bril.

Bij terugkomst in kamer 29 is Andrea haar haar aan het kammen. Het gaat gelukkig wat beter met haar, maar ze heeft wel flinke buikpijn. Dan deelt ze met me dat ze ongesteld is. Heel veel vragen en zorgen vallen ineens op hun plek. Een beetje aftastend vraag ik naar haar ervaringen, of het veel pijn doet, hoe ze er meestal mee omgaat (warme melk met kaneel, ja god, waar vind je dat? Ook merk ik dat ik in mijn reflecties op deze week redelijk vaak aan god refereer, zou die met al dat religieuze gedoe toch stiekem een oogje in het zeil gehouden hebben?), en redelijk snel begint ze open te vertellen. “Toen ik vorig jaar al ongesteld werd zei mijn moeder: Hè? Hoezo nu al?” Ze vertelt dat ze wel menstruatie voorlichtingen hadden gekregen op school, met ook een korte workshop over hoe de producten te gebruiken. Ik vertel haar over mijn eerste keer, op een camping in Sicilië op een hete zomerdag. Ze vertelt dat zij gewoon haar moeder appte toen het gebeurde, die uitlegde waar de tampons lagen. Toen pakte ze per ongeluk een condoom, zegt Andrea lachend (dat noemen ze hier een ‘protector’ ofwel ‘beveiliger’, veel duidelijkere term eigenlijk!). Ik ben enorm verrast door haar openheid en dat al deze producten dus thuis voorhanden zijn. Tegelijkertijd is dit het meisje dat paniekaanvallen kreeg, letterlijk ziek was van de heimwee, en me na wat voorzichtig praten vertelde dat ze bang is voor grote groepen, met perfectionisme en plankenkoorts. Toen onze psycholoog met haar sprak bleek het dat haar moeder al eens hulp had voorgesteld, maar dat de band niet zo warm is en dat ze echt niet in therapie wil. Het is fijn dat ik hier wat gesprekken met haar kan hebben, maar ik houd mijn hart vast voor haar komende tijd thuis. De meeste tijd kijkt ze omlaag en knikt ze dat het wel oké gaat, een muur uit onverschilligheid die ik hoop dat haar ouders af en toe kunnen laten zakken.

Na de eindeloze film, een chaos aan pizza's verdeeld over alle kinderen zittend op de vloer van onze grote zaal op kantoor terwijl de directeur nog een praatje houdt over visie, talent en persoonlijke ontwikkeling, dalen we terug af naar de campus. Zodra de meiden semi op bed liggen, vluchten we stiekem van de campus af met de mentoren. Het is "Día de las Velitas", ofwel, de dag van de kaarsjes, een enorme kerst traditie hier om dankbaarheid en wensen te vieren. We installeren ons met een pak regenboog kaarsen achter een grote auto, en ik leer hoe je de kaarsjes aan de stoep plakt, om vervolgens een dankbaarheid of wens toe te wijden aan die kaars. Ondertussen worden er allerlei mooie en problematische verhalen over de eerste dagen gedeeld, en iedereen is blij er even uit te zijn. Aan de overkant wordt salsa gedanst, een omaatje komt ons buñuelos brengen (een soort kleine kaas oliebollen zou je kunnen zeggen), en ik denk na over de laatste maanden, het laatste jaar, mijn dankbaarheden, de mogelijke wensen van mijn metgezellen, hoe zij terug- en vooruitkijken, en we hebben het over morgen, het concert, wanneer al deze energie moet gaan samenkomen. De vlammetjes branden, het is een fijne sfeer en ik krijg nog geschiedenislessen over verdere Decembertradities in Colombia. Ik zie een hechte groep en voel me misschien voor het eerst even een actief deel van deze familie, des te meer nu ik het verschil zie tussen deze studentenlichting, en het (wat oudere) bestuur. Een fijn, menselijk gevoel na de laatste weken die toch ook wel veel heimwee en stilte met zich mee brachten. We komen veel te laat weer terug en moeten (met slappe lach) via een raampje terug de donkere, kille residentie in klimmen. Wonder boven wonder zijn alle meiden zelf gaan slapen, we fluisteren slaaplekker, en ik voel een verbintenis die ik misschien al best lang zocht met mijn werk hier; het dagelijkse menselijke, collega's onder elkaar als vrienden, hetzelfde schuitje delend ondanks ieders verschillende posities... Ga ik nu zo te vroeg weg uit Medellín? Ik val in slaap voor ik daarover kan nadenken.

Het is de dag van het concert, dat alle twijfels en stress overtreft in een soort extatische finale, waarin de hele zaal lijkt op de stijgen in een soort muzikaal ruimteschip. De volledige dag is het coördineren na aankomst om 11:00 bij de achterdeuren van het theater. We belanden in een wirwar van kleedkamers, ondergrondse theatergangen, het sorteren van snacks, shirts en kerstmutsen uitdelen, sjouwen met instrumenten en partituren en ondertussen vooral veel wachten. Over het concert zou ik wel een boek kunnen schrijven. Twee uur aan kerstmuziek, met het Canto Alegre kinderkoor, ons hele orkest, de jonge 'leaders' uit de gemeenten die tussen de orkestleden spelen, en de ensembles van klarinet, fluit, en trompetten en tuba's begeleid door de percussionisten, die na hun optredens in de lobby in volle stoet van boven achterin de zaal de rood fluwelen trappen aflopen naar de start van het concert, terwijl ze opzwepende ritmes met zich mee spelen. De zaal zit bijna helemaal vol, er is een indrukwekkende lichtshow, en na de indrukwekkende start wordt elk applaus luider onder enthousiast gehups van de maestro.

Ze sluiten uiteindelijk af met het bekende "Mambo" nummer, waar verschillende instrumentengroepen om beurten opspringen en hun instrument boven hun hoofd houden, er wordt geswingd, gedanst, cello's worden in het rond gedraaid, en er start een polonaise met de overige muziekleerlingen terwijl de rest staat te dansen, zwaaiend met de kerstlichtjes die ze bij entree kregen. Het theater verkeert in totaal magische energie, en van de gezichten van de kinderen straalt alles: hun geluk, al het werk, de tranen, de moeilijke thuissituaties, de harde discipline, hun nieuwe vriendschappen met soortgenoten - allemaal jonge leiders die stuk voor stuk helpen op hun muziekscholen, waar vaak wel 200 kinderen onder een muziekleraar vallen. Iedereen voelt het: dit is constructieve ontwikkeling, "sustainable development", alle kinderen, studenten, leraren, staff, publiek, familie hier gaan naar huis met het gevoel: Samen sta je sterker, en óók zonder geboren te worden in een welvarend, relaxed huishouden, kun je dingen bereiken, groeien, ontwikkelen, vertrouwen winnen, verbinden, en dan, doorgeven, nieuwe generaties opvangen, de taal van de muziek aanbieden, het 'thuis' van een instrument, en de uiteindelijke extase van een concert waarin al die emoties, uitdagingen, pijn en liefde samen komen. De rest van de avond en de volgende dag worden nog geheel gedragen door deze extase, kinderen vallen elkaar huilend in de armen, ik zie gedroogde tranen in de ooghoeken van mijn collega's, en iedereen weet dat het gelukt is. Dat dit soort weken de inspiratie en kracht gaan geven om het volgende jaar te gaan betreden, en belangrijker, vol te houden. Na afloop staat Melanie te huilen, grote tranen, haar lange roze nagels vegen over haar natte wangen. “Zo erg om nu weg te gaan...” Wat is er dan, heb je geen afscheid genomen? Ze accepteert mijn omhelzing. “Nee, een aantal vrienden zijn al vertrokken en bij hen voelde ik me zo fijn... weet je Maite, ik ben een persoon met veel persoonlijke problemen, maar bij deze jongens voelde ik me zo thuis en ontspannen, en vergat ik al mijn problemen, voelde ik me vrij...” een van haar nieuwe vriendinnen komt haar troosten, en een van de jongens (volgens mij een stille aanbidder) komt schuifelend naar haar toe. Allerlei muzikanten, leerlingen en docenten lopen ondertussen door elkaar heen met hamburgers en cola achter de coulissen, er wordt geknuffeld, gelachen, een jongen wil me nog aan z'n moeder voorstellen, en dan zie ik ineens het meisje dat net voor de show ineens ziek in de ambulance lag achter de artiesteningang. “Een tinto (lokale koffie) en het ging weer!”.

Later horen we dat veel kinderen besluiten elkaar nog eens op te zoeken, en ook liggen er al plannen voor de volgende kerst In Crescendo. Overal worden foto's gemaakt, en ik kijk naar het roze zakje dat ik net van Juana, een van mijn meiden kreeg. Aan de voet van de concertzaal stelde ze me voor aan haar moeder, die me ontroerd bedankt voor alle zorgen, ik mag op de foto met Juana's familie en in een kersttasje krijg ik een kaartje met zoete woorden en grote, blauwe oorbellen gemaakt van kralen. Verrast en dankbaar omhels ik Juana, om door te gaan naar de lobby waar Dario met zijn dochtertje en twee van de jongens van Movimiento Manglar aan een hoge tafel staan. Na lastminute overleg had Iberacademy gratis kaartjes voor ze geregeld, en de puber jongens kijken me met grote ogen aan, ze hadden nog nooit zo'n groot concert gezien en waren denk ik ook niet eerder in een theater geweest... We spreken af dat ze snel weer komen, en gaan binnenkort proberen meer regelmatige bezoeken aan de concerten van Iberacademy te regelen.

Het concert voelt als een grote afsluiting van mijn tijd hier, de samenkomst van collega's, de kinderen uit de hele regio én hun ouders, ooms, tantes die het lukte om te komen, de groep van Santiago - die leuke gedreven muziekleraar uit Urrao waar ik in September was - met zijn groep kinderen die ik deze dagen wat pianoles gaf, de maestro met zijn vrouw over uit Miami, mijn huisgenoot Dani die als een van de belangrijkste violisten op het podium troonde, en dan nog Dario en de jongens van Movimiento Manglar waar ik deze maanden een aantal dagen meehielp en als grote fan de concerten van hun bandje bezocht, en dat alles in kerstsfeer in het grootste theater van Medellín. Al die ingrediënten creëren een soort dankbaarheid die ik totaal niet kan bevatten in woorden, maar werd vertaald in de muziek, de zingende kinderstemmen, de swingende percussie en tot slot nog twee van de dirigent studenten, Leslie en Juan José, die terwijl ze dirigeren op en neer springen en het hele publiek laten meezingen met de rest van de kinderen dansend voor het publiek.

Na een wilde tocht met de laatste groep leerlingen, zigzaggend door de kerstverlichting, eetkraampjes en dansende mensen, vinden we een weg naar de bussen voor de terugweg naar de campus. Wij krijgen een bus met de staff, er wordt gegrapt over kerstfeesten en of we niet even doorrijden naar Cartagena, naar de stranden. De rust daalt langzaam in, naast het drukke verkeer buiten, flikkerende lichten, de rivier uitzinnig verlicht met de traditionele kerst kunst ("alumbrados"), en we landen uiteindelijk weer tussen de groene slapende grasvelden. Een paar van mijn meiden komen nog onderhandelen over een latere bedtijd, en wat later zie ik een groep van de tieners in een kring op het veld spelletjes spelen. Veel herinneringen komen op aan vroegere schoolkampen, de Romereis in de vijfde klas, die jaren van adolescentie waar je je steeds meer op de top van de wereld begon te voelen. Ik zie hier en daar wat schouders tegen elkaar leunen, en af en toe stiekem een hand op een been. Een aantal van de mentoren zitten bij de groep, en non-verbaal besluiten we dat de regels van dit kamp niet langer meer gelden. 

Bij het ontbijt komt bijna niemand opdagen, ik laat de meiden dan maar lekker uitslapen, en met een paar van mijn collega's bespreken we de successen. Nog veel meer mooie reacties worden besproken, en ondertussen hoor ik ook nog een hoop dingen die deze week fout gingen die ik niet eens had meegekregen. Het is duidelijk dat iedereen hier op zijn eigen manier alles op alles heeft gezet om de boel te laten werken, er wordt gesproken over nieuw ontdekt talent, en Cristian, de docent uit Fredonia met een diploma in Filosofie van Zuid-Amerikaanse Muziek, zegt dat iedereen in hun dorp het erover had dat een paar van hun kinderen op gingen treden in Medellín. "Dit is uiteindelijk het lange termijn effect, ik heb nu al nieuwe aanmeldingen voor de school en iedereen uit onze gemeente ziet de kansen, het doel en de groei die dit muziekprogramma in zich hebben. Ik had vorig jaar een meisje dat mij op elke zaterdag om 7:30am belde om te oefenen, en dan tot de laatste lessen om 20:00 op de school bleef om te repeteren, totaal uit eigen wil!" Er wordt instemmend geknikt. Voor velen bieden de muziekscholen, hun docenten, en de online lessen met Iberacademy een continuïteit, veiligheid en sociaal leven dat ze thuis nauwelijks vinden, en na jaren van pandemie en online oplossingen was deze week dus nog een veel ultiemere samenkomst dan iemand vooraf misschien had kunnen inschatten.

De zon begint te schijnen, de eerste koffers en instrumenten rollen de grasheuvel af, tussen de palmbomen door, op weg naar hun ouders, naar hun verdere levens. Wat zou ik ze graag nog eens zien, de meiden uit mijn groepje, de kinderen uit Urrao, dat ene jongetje dat zo graag meer piano wilde leren (hier hebben ze bijna nergens piano's helaas), en na zwaaien en knuffels lopen ze hun toekomst in. Ik blijf zitten in het nu, het nu van het einde van de week, het nu van mijn vertrek van volgende zaterdag, en ik kijk naar de fel gele en rode vogeltjes, en het is tijd om naar het centrum te gaan reizen voor de feestelijke lunch met de organisatie.

Het verkeer staat vast, de bussen zitten overvol, en ik kom erachter dat de hele maand December hier een verkeers-wanhoop is. Bij het San Diego centrum worden we opgehaald door Andres met een chique busje, waar ook Vanesa instapt met haar kleine dochtertje, Mariana en Sebastian van de communicatie, en op de achterbank Juan José. We praten over onze jeugd, opvoeding, interesse in muziek, al die mooie momenten van deze week en het contrast met de problemen van dit land, en waar dan toch de oplossingen zouden liggen... Ouders beter onderwijzen? Educatie, maar hoe dan, werkt pedagogie wel als de thuissituaties soms zo schrijnend, gewelddadig en onveilig zijn? We concluderen dat je daar uiteindelijk toch heel weinig invloed op zult hebben, en dat dit soort muziekprojecten met de jeugd in ieder geval de optie bieden voor een alternatieve opvoeding. Door heel sloom verkeer met veel brandende rode achterlichten komen we uiteindelijk aan bij Restaurante La Villa, een prachtig restaurant in een mooie tuin in de bergen, iedereen zit al te wachten aan de feestelijke tafel. Ik beland op de stoel naast de maestro, en er wordt luxe geluncht, afgewisseld met emotionele woorden van dank en benoemingen van de successen van deze week en het concert.

Daarna tikt de maestro op een bloemenvaas om iedereen stil te krijgen, en start hij een praatje in dank voor mijn werk, waarin hij onder andere mijn fietstalent benoemt en roept dat de deuren altijd open staan. Onder luid applaus lach ik, een beetje ongemakkelijk en met rode wangen, al die aandacht ineens! Aan de muur hangt een flatscreen met de wedstrijd van Oranje-Argentinië, en naarmate de lunch verder vordert en hier en daar wat meer wijn naar binnen vloeit, blijkt bijna iedereen voor Nederland te zijn. We kregen doosjes van Iberacademy met kerst snoepgoed, met daaromheen oranje lintjes, de kleur van Iberacademy dus ook! Er wordt wild gewapperd met de lintjes, en tot aan het einde van de penalty's springen ze in het rond, schreeuwend dat 'mijn team' het zo goed doet - om uiteindelijk toch de winst van Argentinië te vieren aan de andere kant van de tafel. De muzikanten nemen het voetbal duidelijk niet zo serieus. 

Ik vind het allemaal heel grappig maar de wedstrijd kan me weinig schelen, want ik zit ondertussen in een boeiend gesprek met Christine, directrice van de Hilti Foundation, de hoofdsponsor van Iberacademy. Ze komt uit Liechtenstein, en we kletsen in het Engels over het leven, muziek, de kinderen, de voordelen en de uitdagingen, over hun nieuwe project AIM (Academy for Impact through Music), en over Louise, mijn studiegenoot die me ooit via via in deze richting uit heeft gewezen). Als ze vraagt hoe ik hier dan beland ben, vertel ik over mijn scriptie, over ons gedeelde contact Elisa Sologni, die onder andere muziekprojecten runt in Griekenland in vluchtelingenkampen, en dan vertel ik over mijn bewogen week afgelopen zomer in Madrid, bij SEYO 2022 van Sistema Europe, een muziekkamp waar zo'n 200 kinderen uit 22 verschillende Europese landen samen kwamen voor een week repetities en een gigantisch concert (overigens met nog wel tien keer zoveel chaos en logistieke rampen, maar dat is een ander verhaal). Het blijkt dat deze Christine toevallig de enige sponsor is van dit project, en dat we meer contacten, ervaringen en vragen in gemeen hebben dan we deze hele week gedacht hadden. Er volgt een waterval aan informatie uitwisseling, aan meningen, en we blijken dezelfde ideeën te hebben over de problematiek in die organisatie van Sistema Europe. In Januari gaan we bellen en samen een rapport analyseren om te kijken wat er mis ging in dat zomerproject, hoe de organisatie kan verbeteren en hoe het sponsorgeld beter benut kan worden, om vooral vooruit te kunnen kijken naar constructievere, nóg betere projecten. "Ik zal het niet verklappen hoor, maar dan ben jij wel een handige spion met wat inside information..." knipoogt ze. Ook blijkt de Hilti Foundation (een grote sponsor van sociale projecten) een kantoor in Rotterdam te hebben, waar deze Christine wel eens langs komt en vast nog wel wat interessante posities open liggen.

De bloemen op tafel kijken me vrolijk aan, en de deuren voor komend jaar zwaaien langzaam een stukje verder open...

Foto’s