Een trage landing in Medellín

9 september 2022 - Itagüi, Colombia

Vrijdagmiddag 9 september 2022, 15:17. Itaguï, Medellín, Antioquia, Colombia.
Centro Comercial Mayorca, Etapa 1 op de 7de verdieping met uitzicht over zonverlichte hoge gebouwen, donkere berghellingen, wit-grijze wolken en zoveel groen, alsof iemand een paar eeuwen geleden met giga-broccoli zaadjes over de hele vallei is gevlogen.

De eerste dag

Vier ochtenden geleden stond ik voor zonsopgang naast mijn vertrouwde Ikea bed, de gele lantaarns schenen door het oliandergordijn dat zich het laatste jaar voor mijn ramen heeft opgeworpen. Na een keer automatisch snoozen besefte ik al snel dat het niet zo'n ochtend was. Nee nee, over een halfuur ging de Sprinter van de RAI naar Schiphol. Papa en mama stommelden uit bed, en roya kwam me slaperig omhelzen. Binnen een kwartier zaten we op de fiets, ik met mijn trouwe rode kameradin op de rug. Na een vlotte start liepen we Vertrekhal 1 binnen, op zoek naar de Seal & Go. Papa maakte eens een documentaire over drugssmokkel, precies in Medellín, en stond erop mijn kameradin in vacuum verspilling te wikkelen. We kregen nog een rode flight-bag aangesmeerd, en ergens voelde het toch ook wel heel geruststellend. Een gerustgestelde vader is een rustige dochterziel.

Dan de drukte van de KLM Incheckbalies in. Na een warme groepsknuffel zwaai ik papa, mama en roya gedag. Een indrukwekkend slangvormig stelsel aan rijen volgt, waardoor het lang niet zo erg leek als het was. Voor de context: om 6:32 reden we Schiphol binnen, en om 8:45 was mijn rugzak pas ingecheckt. Ik moest gigantisch nodig plassen en vond net op tijd een toilet - zonder rijen! Mensen waren te gehaast en gefrustreerd om te plassen. Later bleek dit een van de drukste dagen in lange tijd op het vliegveld, en dat zou ik snel merken. De roltrap leidde mij naar een oneindig slingerende, stilstaande menigte. Halverwege begonnen mensen heel flauw over hekjes heen - of eronder door te stappen, onder luid gemopper van de brave doch chagrijnige bejaarde Britse stelletjes. Met wat ademhalingsoefeningen besefte ik: die vlucht mis ik. Op mijn gemak liep ik door, en na de security check - waar ze met het gemak van stonede tiener mijn rugzak nog eens doorkeken - rennen! Tot de paspoort controle. Zelfde verhaal, dan maar lachen om de situatie. Om 10:45 kwam ik buiten adem bij de gate. Een lieve grote glimlachse KLM vrouw sloeg een arm om mij heen: "Wat vervelend nou, het is niet jouw schuld, wat een ellende... We boeken je nu om via Panama!". Prima. Heel prima! Om de hoek stond een vleugel die ik afgelopen kerst onderweg naar San Francisco bespeelde, en ik probeerde mijn opluchting door te musiceren op al het rondrennend publiek.

Rustig onderweg naar de gate G06 stond al snel op de bordjes dat er nog een kwartier vertraging was. Dat moest prima lukken. In het vliegtuig werd dat 1.5 uur en keek ik een halve film voor we opstegen. De vlucht was verder prima, ik had stoel 44B, de allerlaatste stoel rechts achterin, met de stoel naast mij vrij. Een Panamese vrouw kwam nog klagen over een stinkende man naast haar, wat de KLM dames zeer professioneel opnamen, en de rest van de vlucht bestond uit slapen, wolken staren, af en toe piekeren over mijn overstap, lezen over trauma verwerking van de zeer interessante psycholoog Bessel van der Kolk, en een spannende en spokende film van Carice van Houten: "Instinct". Genoeg afleiding dus. We vlogen met het licht mee en landden prima, tot ze omriepen: "Passengers that need their connection to Medellín (...): Stand up first and run to your gate!”

Dat werd dus rennen, op aanwijzingen van een druk gebarende en schreeuwende vliegveldmedewerker: "Medellín: AL FONDO, A LA IZQUIERDA!". De vlucht was prima gehaald, maar mijn kameradin was natuurlijk nog ingesnoerd en kon niet naar de volgende gate-vleugel rennen. Bij aankomst was mijn bagage er dus niet. Ik vond dat op dat moment eigenlijk prima - minder te sleuren - en de formulieren-meneer van Copa Airlines verzekerde mij (na een uurtje wachten en kletsen) dat mijn bagage morgenochtend bij mijn Hotel Ibis Budget Itaguï zou worden afgeleverd. Ik vond het allang best en liep eindelijk de zwoele colombiaanse avondlucht in.

Daar stond Monica vrolijk te zwaaien, gaf me een stevige knuffel en zette mij in haar persoonlijke taxi. Colombia! We praatten over vanalles, zij vooral veel over hoe gewéldig Medellín is en hoe achterlijk Bogotá, en we zweefden over zeer goede asfaltwegen, langs roekeloze motors (maar Monica was ook een pittige stuurvrouw), door een 8km lange tunnel, om langzaam het dal in te rijden. Eindeloze bergen, lichtjes, de vallei als een ware zee aan nieuwigheid. Ik informeerde naar het fietsen - ja dat kan hier ook! Zei Monica met een mengsel van gezelligheid en ongeloof - en ik besefte dat ik aan een geheel nieuwe fietsrealiteit ga beginnen.

Om 23:00 sta ik op straat. Een grote autobrug voor mij, daarachter opdoemend in felle lichten het Centro Comercial Mayorca. Rumoerige straat stalletjes hier en daar, een autoweg... de slome schuifdeuren door en ik sta in de lift naar de hotel lobby. Ik word redelijk saai ontvangen, maar lig al snel te slapen in het grote witte bed. Gehaald!

De daaropvolgende dagen

Nou, en toen begonnen de volgende dagen, die ga ik niet allemaal zo gedetailleerd beschrijven hoor. Langzaamaan begin ik te wennen aan deze nieuwe stad, haar immense (!) vormen, en aan het rumoerige leven. Aan de maffe locatie van de Iberacademy waar ik dus vrijwilligerswerk ga doen: Op 7 hoog midden in een redelijk luxe winkelcentrum met heel veel snackbars. Met een práchtig uitzicht, dat absoluut. Het hotel is prima met vooral een voortreffelijk tropisch fruit ontbijt, maar verder gebeurt er helemaal niks. Een soort vacuum hotel is het met af en toe wat niet-pratende reizigers. Al snel word ik rondgeleid door de Boliviaanse Cello-studente Estefania, we maken een persoonlijke metro kaart en reizen het centrum in naar de hoofd halte "San Antonio". Een oneindige hoeveelheid aan mannetjes: verkopend of niksend. Het is wennen. Mijn latina-gewenning had ik even overschat, zeker zo in de eerste dagen. Ook val ik meer op dan gehoopt, en zie ik eigenlijk nauwelijks toeristen - fijn, maar ook vervreemdend. Ik krijg een waslijst aan veiligheidsoverwegingen en besef pas na een paar dagen dat die natuurlijk wel rekbaar zijn. Je kunt prima over straat lopen en metro's en bussen in je eentje nemen, alleen moet je gewoon opletten. 

Ik respecteer de adviezen maar begin al snel mijn eigen weg te vinden - een stuk relaxter, al was de eerste rondleiding van Estefania een fijne starter, vooral om de EAFIT universiteit te bezoeken waar veel Iberacademy studenten hun muziek studeren. Een fijne campus vol gebouwen, eettentjes, een groot plein, groene bomen, rennende eekhoorns (ja echt), een groot zwembad, voetbalveld én trots blinkende bibliotheek. We nemen een taxi naar het Pueblito Paisa, een heuvel met een oud Colombiaans dorpje (nu bezienswaardigheid), en vooral fijne uitzichten over de nog steeds gigantische vallei. Langzaam daalt het in: ik ben hier!

Na drie dagen komt gisteravond mijn bagage boven drijven, en wordt die alsnog bezorgd bij het hotel. Ondertussen had ik al wat tropisch Colombiaanse bloemen kleding gekocht (in de hoop nog wat meer in te blenden), en al half geaccepteerd dat mijn rugzak een zwervend wezen zou blijven tussen al die vliegvelden met personeelstekort. Niet dus! Verder deed ik nog een leuke walking tour met een Italiaans stel, een Barceloneets stel (jaja), twee oudere mannen, en Alejandro, een Guatemalees die het logisch leek te vinden dat wij het laatste stel van de tour zouden vormen. Wel hield hij van fietsen dus viel er wat te bespreken, maar al snel leek het me beter toch wat afstand te bewaren. Met vernieuwde blik kom ik de tour uit.

Wat een geschiedenis heeft deze stad! De laatste decennia is het hier enorm veranderd; na de dood van Pablo Escobar ontstond er enorme strijd om wie dan de macht over die begeerlijke, en dodelijke cocaïne handel kreeg. Het ergste verhaal is dat van de Falso-Positivos: op gegeven moment stond er een beloning op het doden van politiemannen. Naar schatting zijn er toen zo'n 6000 onschuldige jongemannen vermoord, achteraf verkleed in politie outfit en overgeleverd voor die beloning. Een interne burgermoord dus, met sporen van financiële wanhoop en wrede geschiedenis die hier voor velen nog zeer vers in het geheugen staan. 
Nu zijn er in antwoord op deze crisis een aantal hele mooie initiatieven gestart, op basis van gratis sport-, muziek- en kunstlessen voor alle kinderen van de regio Antioquia. Iberacademy werkt samen met 35 scholen uit de regio, en elke student die een Iberacademy beurs krijgt, geeft automatisch les op deze scholen. Een prachtig cyclisch systeem dat ik de komende maanden beter zal leren kennen.

Gister en vandaag mijn eerste dagen op de academie, voornamelijk als assistende van de Operations Manager Patricia Angarita. Er gebeurt vanalles, muzikanten lopen in en uit, we bezoeken een mogelijk appartement voor mij (en twee andere muziek studenten), lunchen tussen de neo-kledingwinkels, lopen cijfers en brochures na, en ik vertaal mails vanuit het Engels in het Spaans aan Patricia, die mij terugspreekt in het Spaans wat ik dan weer in het Engels opschrijf. We sturen contracten uit naar een Hongaarse muziekrechten organisatie en een Oostenrijkse solo violist die wordt uitgenodigd voor de volgende orkesttour in Europa. Er komen allerlei taakjes voorbij, en iedereen kwettert door elkaar heen; direct of over de telefoon. Ik vind het allemaal heel vermakelijk en help waar ik kan. Er bruist hier zoveel talent en inspiratie, en dan zijn ze ook nog eens dankbaar dat ik er ben, terwijl ik juist dankbaar ben dat ik er ben!

Enfin, gister werd het me toch allemaal een beetje veel en besloot ik na de kantoordag aan de wandel te gaan. De inmiddels bekende metro-loopbrug over, het hotel langs, het onbekende in: Itaguï. Al snel wordt de straat wat smaller, en drukker, en doemen allerlei winkeltjes op, verdeeld onder twee categorieën: sexy kleren en gefrituurd vlees en/of deeg. Dan eindelijk: een Fruiteria! Ik vind bosbessen en een avocado en ben zeer gelukkig. Na wat door struinen en vooral zoveel kleuren en vormen in me opnemen, loop ik langs een witte bibliotheek, die een kerk blijkt te zijn. Ik lees de A4'tjes die met plakband aan de buitenkant bungelen, en een bewaker wijst me op een concert dat over een uur start. Ja! Kort daarna vind ik een soort vegan hutje tussen al het carnivorische gebeuren, en ik voel me voor het eerst echt even op mijn plek. Even later de bijna lege kerk in, waar een Colombiaans ouder mannetje naast mij komt zitten met de vraag: "Vind jij het niet triest hoe weinig publiek er is? Iedereen wil maar reggaeton... Tja, ik ken een Chileense zangeres met prachtige stem, maar ja, als zij nou de moeder van Shakira had, was ze dan net zo succesvol  geworden?" Interessante openingszin. We kletsen over muziek, de commercialisering en popularisering van de boem-boem muziek en het gebrek aan liefde voor dit soort akoestische optredens... de lichten dimmen en twee mannetjes bestijgen het houten podium. 

Boliviaans-Peruaanse (pan)fluit en gitaarklanken vullen de schuinbedakte ruimte. Otra, otra! Een groot succes en met de kerkdeuren nog open schuiven er wat gasten aan. Na uitbundig applaus word ik vanaf het podium verwelkomd door Rodrigo Morales Tamayo, een van die twee Colombiaanse mannetjes die ook in het bestuur van het Centro Cultural van Itaguï zit. "Maite bezoekt ons uit Nederland, en kijk Maite, dit is het échte Itaguï, waar wij trots op zijn". De lichten gaan aan en mensen stommelen naar buiten. Rodrigo wijst mij de piano achter het theatergordijn. Goh, mooi ding hoor, zeg ik. Ik probeer wat akkoorden en start met "Medellín", van Sofiane Pamart. Hoe kon het ook anders? Later een losse improvisatie op La Llorona onder begeleiding van de laatste weglopende voetstappen en af en toe en luide taxi toeter. Rodrigo is enthousiast en nodigt me uit te komen spelen wanneer ik wil, dan informeert hij de bewaking om de kerk voor me te openen. De panfluiters blijven hangen en bedanken me voor mijn spel, en ik insgelijks. Met zijn vieren lopen we de kerk uit.

De stromende regen in! Rivieren vallen van de daken, en Rodrigo rent met me mee naar een kruispunt om een taxi te vlaggen. Een aardig mens met culturele interesse, dat is altijd fijn. Ik spring een taxi in bij een licht over-geinteresseerde taxi chaffeur, maar uit mijn vrolijke bui geef ik hem toch een fooi. "Thuis" in casa Ibis ligt mijn rode makkerin daar naast de balie, onbeholpen dichtgesnoerd in die plastic meuk. Ik bevrijd haar, we herenigen ons (en ál die kleren die ik heb ingepakt, niet te geloven wat een mens denkt nodig te hebben), we betreden de lift en de dag sluit zich achter mij. 

Zometeen sluit ik zo ook de deuren van de academie achter me, voor het eerste Antioquiaanse weekend in mijn vooruitzicht! Maandag ga ik dan echt de 'maestro' ontmoeten, de baas van Patricia waar ze met veel respect en lof over praat. Maar nu eerst: een yoga les in het hippe El Poblado, de yuppen-wijk van de stad waar dan wel het meest westerse dingen te vinden zijn. Prima om ver vandaan te zijn maar af en toe lekker op te zoeken.

Morgen word ik om 8:00 op de academie verwacht om met 10 orkestleden af te reizen naar Jericó, een gemeente op 3.5 uur aan slingerbochten met de auto van hier, waar ze optreden op een museum gala. Er is een plek over en ik mag dit weekend mee op tour! Estefania is er ook en iedereen belooft me dat ik er dan snel wat nieuwe vrienden ga maken. 

Veel liefs en tot schrijfs dan, na het weekend denk ik zo.

Adios, todo aquí es muy "chevere" (leuk/lekker, zeggen ze hier) en elke dag vooral weer vol nieuwe verassingen, vragen en grappig-bizarre momenten, op een soundtrack van metalen salsa klanken.

Un beso,

Maite