Urrao: Muzikaal fietsen en tropische (regen-) taferelen

21 september 2022 - Urrao, Colombia

Snelweg, het geluid van rammelende fietsen, zoevende auto's en een interessante chauffeur... Weekend no. 2!

We rijden de zaterdagochtend in, het is al druk op de weg, rond een uur of 8. Alejandro Posada zit achter het stuur, een bijzondere dirigent en de directeur van de Iberacademy, en we zijn onderweg naar een chique wijk op een groene flank van Medellín waar we een Madrileense violist en concertmeester (de eerste violist, die ene die je bij een concert ziet opstaan om de dirigent een hand te schudden) ophalen, die hier op bezoek is uit Wenen voor een aantal concerten. Na wat verdwalingen - en gemompel van Alejandro dat hier vroeger alleen een dorpje stond, en waar al die woonflats vandaan komen - is de reis gestart! Het verkeer is sloom, en als we eindelijk het dal uitklimmen zie ik al wat fietsers de berg op zwoegen in hun trots glimmende pakjes. Onze fietsen staan te blinken op de bagagedrager en de fietskriebels zijn absoluut gestart!

Na een tankstop voor water en een of ander vies Guayaba-Dulce-de-Leche snoepje (dat noemen ze bocadillo, wat weer ‘broodje’ betekent in Spanje, gekkerds), zetten we voort. Adembenemende landschappen, verre valleien in fifty shades of green, slingerende wegen, en gesprekken over muziek en reizen entertainen het volgende uur. Dan ineens een file; we staan 1.5 uur stil voor wat later een wegblokkade van wat lokale protesterende dorpsbewoners blijkt te zijn. Guillaume, de violist van bijna 2 meter, ligt verkreukeld op de achterbank te slapen, en de file geeft gelegenheid deze directeur eens wat beter te leren kennen.

We praten over Medellín, over waar ik al geweest ben, en hij verbaast zich dat ik al in La Pascasia ben geweest, een cultuurplek waar een paar dagen geleden een enorm leuke latin band stond te swingen. Het is een zone in het centrum waar je ‘s avonds niet over straat gaat, zegt hij, maar het orkest is inderdaad erg goed en speelt onder andere met een percussionist die weer docent is op de Iberacademy. Ik ontdek steeds vaker hoe bruisend en wijdverspreid muzikaal het hier is, en tegelijkertijd zo'n kleine verbonden wereld... Er waren die avond veel studenten en een leuke sfeer, een heel lokaal publiek inderdaad en dat is misschien wat de mensen van de academie verbaast. Ik legde uit dat ik een poster aankondiging in de metro zag hangen, en dat ik hou van spontane evenementen opzoeken. Vaak geldt, hoe minder informatie hoe beter de muziek.

Kort daarna gaat het over de teleféricos van La Paz (van die kabelbanen over de stad, Medellín heeft er ook een aantal die ze de 'metrocable' noemen), de hoofdstad van Bolivia, en de samenwerkingen tussen de Iberacademy en Peru en Bolivia. Alejandro verbaast zich nogmaals, dit keer over mijn reis van Nicaragua tot Bolivia, en na het noemen van mijn leeftijd toendertijd en dat we alles per bus reisden, valt hij bijna door zijn stoel heen. Een leuke kennismaking met de directeur, ik geniet ervan dat ik iemand met zoveel levens- en muziekervaring onder de indruk krijg! We lachen om onze andere perspectieven. Hij komt uit een Colombiaans dorp en vloog in 1985 naar Wenen om dirigent te worden, op zijn 18de, met enorm veel passie en, in zijn woorden, zonder een flauw benul. In de komende jaren richtte hij het eerste jeugdorkest van Medellín op, woonde in Valladolid waar hij meerdere orkesten in Spanje coördineerde, waarna hij orkesten dirigeerde in Londen en Sarajevo, steeds weer pendelend tussen Medellín om zich uiteindelijk met zijn vrouw (executief directeur van de academie) te vestigen in een villa in de buurt van Miami. Wat een leven, geleid door muzikale avonturen en een colombiaanse lach om alles dat niet loopt zoals gepland (zoals deze file). Het telefoonbereik is er ondertussen ook mee gestopt, mensen lopen langs de weg, iemand pist in de bosjes en er klinkt wat muziek. Men is dit soort opstoppingen gewend, niemand toetert of zeurt en ik vind het weer een leuk voorbeeld van Colombiaanse mindfulness (lees: onbestaande stress-genen). 

Na de pandemie ontdekte de Maestro het fietsen en nu zijn we op weg naar Urrao, de meest verre Antioquiaanse gemeente van de 30 scholen waar de Iberstudenten muziekles geven. Google maps geeft 4 uur en 150km aan, terwijl we uiteindelijk pas om 15:00 arriveren. Vele uren voor gesprek dus! We verlaten de snelweg en beginnen aan een eindeloos traject van smalle autowegen, 1.5 baans, vaak bezaaid met modder en kuilen en af en toe versperd door een bergwand verzakking: "derrumbes", die worden weggeschept door kleine jongetjes voor een fooi. Ondertussen vraag ik naar de muzikale reis van deze twee muzikanten (Guillaume is ontwaakt), en ik kom er langzaam achter dat dit toch wel een serieus stel is, ze kletsen over Beethoven concerten, herinneringen uit Wenen, insides over grote muzikanten... er worden vioolsolo's geneuried, en af en toe val ik in lichte slaap terwijl we die gigantisch groene piramides beklimmen, dagdromen afgewisseld met spaanse flarden over de toekomst van de academie, financiële overwegingen, investeringen van de Medellinse gemeente, corrupte burgemeesters in de bergdorpen, en vooral enorm veel passie over hoe zoveel mogelijk kwalitatief muziekonderwijs te creeëren in Antioquia; en nóg een hoop interessant geklets waarvan ik mee geniet vanaf de achterbank. 

Na een stop in een prachtig koffiebranderij café met worteltaart - tot onze verbazing een luxe aangelegenheid na de modder-manoevres waarbij de fietsdrager continu tegen de grond kletterde (hier werd weer om gelachen, het werd een spel zo zacht mogelijk van drempels af te rijden en bij succes een applausje voor de dirigent) - meanderen we nog wat uren voort om uiteindelijk de gigantisch vruchtbare Urrao vallei in te rijden. Ik heb nu al meer regen gezien dan in het hele vorige jaar, en de tropische bloemen, vruchten en bomen lijken bijna te ontploffen op elk mogelijk stukje grond. Wat een genot na al die Europese droogte!

Alles gaat met een vakantieritme vandaag, en na een late lunch beklimmen we de hypersonisch moderne elektrische fietsen. De schemering valt al, en ik kom erachter dat ik sneller ben zonder de motor dan de heren met. Mooi zo! We verlaten het dorpscentrum, zetten een kleine klim in over het modderstenenpad en komen langs een vliegveldje waar alleen verkeer gaat in de ochtenden in verband met wind en regen. We passeren een huisje in felle kleuren met spelende kinderen langs het pad. Ze kijken vervreemd naar onze UFO fietsen. Het wordt grijsachtig donker en begint te spatten. Bij terugkeer klimmen we omhoog langs verlaten velden, binnen tien minuten navigeren we langs het donkere dorp, in stromende regen met hier en daar een straatlicht, en de sensatie raast over de weg! Ik voel me enorm gelukkig en geniet volop van de plensbui, de mysterieuze tropische vallei, de dynamische fiets die over alle kuilen heen vliegt, en zelfs van de roekeloos sjezende motoren en verdwaalde straathonden. Links van de weg zie ik twee kelders met open deuren, met daarin fel witte ruimtes met blauwe stoelen en luid gezang; zelfgebouwde kerkjes! 

De onverlichte weg glooit langs een aantal finca’s - typische boerderijtjes van hier. Als natte katten rijden we het hotel binnen (een prachtige locaties met houten balkonnen rondom) en na een ‘descanso y ducha caliente’ keren we terug naar het dorp, om met de muziekdirecteur van het dorp te dineren. Santiago, een tarzan-achtige (leuke!) muziekleraar van amper 30 ontvangt ons met zijn 8 ‘líderes’, muziekstudenten tussen de 14-17 jaar die om hun talent en inzet zijn benoemd tot hulpdocenten op de school. Een verlegen maar al snel gezellige groep tieners, die, blijkt al snel, de muziekschool draaiende houden met Santiago. De school werd in 2020 uitgeroepen tot beste muziekschool van heel Colombia, telt ondertussen zo'n 120 leerlingen tussen de 7-18 jaar oud uit de hele gemeente, en éen muziekleraar! De lideres krijgen virtueel, en af en toe presentiële les van de Iberacademy muzikanten, en alles dat ze leren geven ze door aan de kleine muzikanten uit het dorp. Enorm indrukwekkend om te horen hoe ze zelf hun systeem draaiende houden, dus mede door de Iberacademy steun, maar vooral met een enorme wilskracht. Ze vertellen over hun dromen, Alejandro houdt een praatje over waarom muziek studeren zoveel meer is dan alleen muziek spelen. Ik klets wat met een energiek meisje, een bas-clarinettiste, en haar broertje. Als ik vertel dat ik piano speel, en Guillaume viool, kijken ze me vol verlangen aan; die instrumenten zouden ze zó graag spelen, maar zijn helaas geen optie op de school. Na meerdere gesprekken en later een bezoek aan de school, ben ik diep onder de indruk over wat ze voor elkaar krijgen met de weinige middelen. Een muziekschool zonder piano of viool, maar wel met veel percussie en snaar instrumenten; ze komen élke middag na school naar de muziekschool en repeteren zo'n 10 uur per week. De lessen zijn gratis, er is een big band die dagelijks repeteert, alle leerlingen helpen mee, en af en toe geven ze dorpsconcerten. Ze staan tussen 5:30-6:00 op, afhankelijk van hoe ver ze buiten het dorp wonen, om van 7:00-14:00 naar school te gaan, direct gevolgd door muziekschool 14:30-18:30. Ongelofelijk! Alejandro en Guillaume zijn ook onder de indruk van de kinderen en vooral hun docentenrol, zeker als ze vertellen dat ze zelfs onderling overleggen over uitleg methodes en hoe het beste hun leerlingen te ondersteunen. 

We eten met z'n allen in een grote kring in een Eco-restaurant, en tussen de verse Avocado smoothies en Colombiaanse broodjes volgen nog meer gesprekken over wat het voor hen betekent 'muziekleider' te zijn, afgewisseld door uitleg van Alejandro over de pilaren van de Iberacademy: muzikale excellentie, pedagogische visie en creatieve leerontwikkeling, gebaseerd op dankbaarheid, gulheid en excellentie. Mijn hoofd ontploft bijna van de ideeën, inspiratie en nieuwe perspectieven. Voldaan, moe, en nog een beetje natgeregend rijden we terug naar het hotel voor een diepe nachtrust. 

Om 7:14 zit ik met enorme blijdschap bij het zondagse ontbijt, een minuut te vroeg, mijn fietsoutfit zoals ik die het liefst droeg onderweg terug naar Amsterdam vanaf Barcelona. Alejandro komt de trap af met een fluoriserende outfit, ultra-professionele fietsschoenen, en een helm met daarop een soort laboratorium-achtige fietsbril. Ik giechel, die heeft duidelijk al een paar jaar in de VS gewoond. We ontbijten groot met rijst, bonen, ei en chocomel, en Guillaume komt sloom de trap af met wat buikklachten. Na wat geplaag gaat hij mee op tour. We ontmoeten Santiago onderweg naar Urrao, doorkruisen het dorp zoals gister en klimmen de heuvel op. Langs wat scooter-sleutelaars en redelijk veel bekijks verlaten we het urbane gedeelte en betreden we een modderige route langs een woeste rivier. Dan: de klim! We klimmen zo'n 700 meter omhoog langs tropische fruitbomen, hier en daar een roekeloze motor, stenige hellingen en een verdwaalde kat. Adembenemend is het, en de dirigent vindt me "tremenda", dat ik dat zonder motor doe. Ik ga natuurlijk niet met zo'n batterij fietsen, dat gaat tegen allerlei geloofsovertuigingen in. De mannen brommen voort op hun valsspeel fietsen (haha flauw he), maar Santiago doet het ook slechts op de benenwagen (zwijmel). We komen een man met twee paarden tegen, en Guillaume poseert op de mooiste van de twee, alvorens weg te draven richting het einde van de weg. Er wordt wat gegrapt over zijn rijkunsten, en sinds dit paard zal Guillaume (de minst fitte van ons alle) nog vaak zijn verlangen uitspreken per paard verder te reizen. De weg eindigt, we stallen de fietsen tegen een hek en klauteren naar een helder bergstroompje met een gammel, romantisch bruggetje eroverheen. We turen wat in het woest stromende water, en kijken omhoog naar de hoogste bergtop: de "Paramo del Sol", een van Colombia's indrukwekkendste natuurverschijnselen: een natuurbron met een specifiek type plant, die dauw en luchtvochtigheid absorbeert en omzet in een waterbron, die vervolgens de oorsprong is van meerdere rivieren uit deze omgeving! Een heel complex, kwetsbaar doch krachtig natuursysteem dat wordt aanbeden door de colombianen. Je kunt er komen te voet, twee dagen klimmend tot boven de 4000 meter hoogte, alhoewel Santiago's record 8 uur is! Wat een charmanteling. 

We sjezen de geklommen meters weer omlaag, ik geniet zeer van de afwezige angst voor lekke banden, en de felle middagzon, en we strijken neer voor een vroege lunch met veel honger. Net voor terugkomst in het hotel breekt de hemel open en nogmaals genieten we van de woeste regen hier. Zo erg, dat Guillaume het hotel voorbij fietst en pas een halfuur later totaal verdwaald aanstrompelt bij het hotel: hij had het bordje niet gezien, hihi. Na wat rust en herstel gaan we op pad met de giga pick-up van Alejandro: We gaan een finca bekijken een uur hiervandaan, een hutje aan de rivier dat hij bij de lunch online heeft gevonden en misschien spontaan wil kopen ("voor als ik met pensioen ga, en muziek studeren verbóden is!"). Na 2 minuten rijden we op een wegblokkade met gecamoefleerde militairen en hun onhandige grote zwarte wapens. Of we even uit willen stappen, waar we vandaan komen, wat we hier doen, of we wapens hebben?!... De twee muzikanten leggen ons plan uit: De vallei in rijden op zoek naar een of andere goedkope finca, en dat we ook wel even het gebied willen verkennen. De militairen antwoorden dat dat absoluut te gevaarlijk is, dat er veel bandieten zijn, gewapende overvallen, en ook regelmatig met fatale afloop. Ze vragen wat we hier nog meer van plan zijn, en na ons verhaal over de ochtendfietstocht verzekeren ze ons dat dat daar ook mega gevaarlijk is, vol met criminelen, wapens, drugsverkeer en wat niet meer. Een mengsel van skeptische blikken en toch lichte angst vult het gesprek. We besluiten de weg als nog te proberen, maar keren na een paar minuten om omdat we nauwelijks vooruit komen over het bultige pad. Nou goed, plan B: andere finca's zoeken!

De middag vult zich met verschillende gesprekken met lokale dames die boerderijtjes verkopen, allen zeer gretig op (het geld van) de twee mannen in mijn reisgezelschap. Ik loop overal achteraan als een soort verdwaalde accessoire en ben verbaasd over alle informatie en plekken die we passeren - een luxe hotel, een soort mega kinderboerderij met zwembad en volleyballende tieners, een jonge vrouw met roze muts met een indrukwekkende set sales-skills, en allerlei grasveldjes met of zonder hutje waar je droomboerderijen op kunt bouwen. Uiteindelijk blijkt dat Alejandro noch Guillaume interesse had en dat al deze bezoeken en nep-interesse gewoon tijdsbesteding waren om de regio eens goed te leren kennen. Het was inderdaad best vermakelijk; mijn medereizigers verrassen me in hun praatjes-kunsten en vooral ideeën om een streek te ontdekken: gewoon doen alsof je er een huis wil kopen!

We dineren weer met de muzikanten en na nog meer mooie maar ook moeilijke verhalen slapen vroeg voor de laatste ochtendtrip! Het ontbijt-fietsritueel herhaalt zich, we ontmoeten Santiago op hetzelfde punt en fietsen de vallei in, dit keer niet de berg op, langs een andere wilde rivier, en in gesprek met Santiago ontdek ik dat hij naast zijn muziekschool in de ochtenden ook nog regelmatig vier rurale muziekschooltjes bezoekt voor lessen zowel aan de kinderen als docenten; alles doet hij per fiets over kleine paadjes, met een dedicatie en passie die ik nog niet eerder bij een muzikant - óf leraar - heb gezien. Fascinerend! We komen aan bij een klein huisje op een heuvel langs de rivier, waar een van zijn leerlingen woont, en worden verwelkomd door vier giga blije honden en een vlotte jongeman die ons bananenwijn inschenkt. Deze ervaring kan ik niet afslaan en na drie slokjes voel ik me al warm van binnen, spannend... De honden leiden ons naar een adembenemende waterval, en ik besef goed hoe bijzonder dit weekend is. Alles op uitnodiging van de directeur, in gezelschap van een vermakelijke en zeer goede concertmeester, ontdek ik zomaar een hele nieuwe gemeente, tropische natuur, pure muziekliefhebbers, en dat alles op een blinkende fiets. 

De terugweg gaat weer snel en na inpakken en wat gestoei met de fietsendrager in kletterende regen rijden we terug, gelukkig met onnodige angst voor derrumbes; een rit die uiteindelijk toch weer 6 uur neemt, met een late lunch in een heet dal-dorp en nog een avondstop op een stukje land dat Alejandro kocht. Hij wil er een huis bouwen maar dat mag niet van zijn vrouw, dus verkoopt hij het maar weer. Er vliegen wat vuurvliegjes en een dorpje schittert in de verte, verder is het vooral enorm donker op het wilde grasveld. Het gezelschap voelt ondertussen enorm vertrouwd, we kletsen over de fietsavonturen, de hellingen en schoonheden, de paardenliefde van Guillaume en dat we al wel 6 finca's gekocht hebben, over het enorme hart van Santiago en over hoe het nou is, zo'n leven als muzikant. Uiteindelijk word ik bij mijn hotel afgezet, en bedanken we elkaar voor elkaars gezelschap, Guillaume noemt mij "la gran cicliste" (hij spreekt spaans, engels, duits, catalaans, frans en russisch vloeiend, en had in een ander leven graag diplomaat willen worden, vertelde hij me nog).

Na een korte stop in mijn Ibis hotel en afscheid van de veel te kleffe maar toch lieve bewaker, neem ik een taxi met mijn bagage naar Sabaneta: een dorpje onder Medellín, naar mijn nieuwe huis. Na een korte wandeling door de wijk vol levendige terrasjes en een lekkere maar raar-zoete pizza slaap ik diep in het donkere huis. Er staan nog amper meubels of werkende lichten, maar de grote groene boom achter mijn raam herinnert me aan de natuur van Urrao en ik kan me verder even niks meer wensen. 

Wauw!

Foto’s