Een muziekschool op een riskante maar vruchtbare berghelling
3 oktober 2022 - Medellín, Colombia
Zaterdagochtend, 7:20, stille straten, het fleurige pleintje rond de kerk al wat levendig voor de dienst. Na een vroeg ontbijt in het ochtendlicht op mijn kleine balkon, loop ik naar de rustige metro.
Op weg naar station "Acevedo", een halfuur met de metro richting Niquía, het andere uiteinde van de metrolijn zo'n 20km het dal in. Daar ontmoet ik Dario, de socio van Derk, die weer een muziekvriend van Maite Hontelé is. Dario en Derk hebben Movimiento Manglar opgezet en werken samen met Stichting Caminos, opgezet door een Nederlander toevallig (https://www.funcaminos.com/).
We stappen de Metrocable (soort skilift) in, en gammelend vliegen we de bergflank op tot Santo Domingo. De stad wordt kleiner, en ondertussen doen we een snelle introductie van onze muziekervaring, opleiding, passie voor muziek en sociaal werk, onderwijs, onder begeleiding van indruwekkende uitzichten. We steken de chaotische, steile en luidruchtige straat over om een bus in te springen, die kunstig balancerend langs de diepe greppel omhoog kruipt. Alles kraakt als een malle, we schommelen heen en weer op de lage plastic busstoelen, bussen en auto's manoevreren op 2 meter asfalt om, langs, boven en onder elkaar heen en door. De energie en het straatbeeld hier zijn duidelijk anders dan beneden in de stad. Het is ruiger, maar ook nog authentieker. Sommige wegen lijken kaarsrecht de lucht in te rijden, we passeren kleurige vervallen huisjes, veel kinderen op straat en regelmatig een hond in de buurt van de gebakken kip kraampjes, en na een spannende twintig minuten stappen we uit bij de school van Stichting Caminos. De muzikale dag mag gaan beginnen.
De school heeft wijd uitzicht over de vallei, is omgeven door gras en bloemige planten, en rechts een betonnen voetbalveld. Het is een stichting voor "non-formele" activiteiten, ze hebben een kast vol prijzen van voetbaltoernooien - een van de focuspunten van de school -, en geven buitenschoolse lessen onder andere lessen in Engels, muziek, en journalistiek. Boven begint de muziekles, terwijl kinderen zich langzaam aansluiten. Er komt ook een tweeling van zo'n acht jaar oud binnen, ze zijn nieuw maar mogen meteen meedoen onder voorwaarde van Dario's drie regels: Discipline (goed gedrag), Assistentie (ook bij de doordeweekse lessen), en het uitvoeren van de Oefeningen. De tweeling knikt en ze leggen de regels meteen uit aan de volgende nieuwe leerling. Iedereen pakt een stoel, en de klas begint met Body rhythm oefeningen, waarbij ze hun eigen benen als een soort drumstel gebruiken om verschillende ritmes door elkaar heen te tikken. Ondertussen wordt er wat muziektheorie uitgelegd, en de groep splitst zich op verdeeld onder drie oudere leerlingen die als mentoren zijn verkozen. Er ontstaat best wat chaos en veel gelach, zeker voor het lastigere ritme rechts op het bord. Mauricio, de andere muziekdocent loopt binnen, en langzaam krijgen de kids (zo tussen de 7-16 jaar oud schat ik) het idee van de opdracht onder de knie. Dan is er nog Mike, met het Syndroom van Down, die op het eerste gezicht heel boos lijkt en langs me heen stampt, maar zich uiteindelijk vriendelijk opstelt naar de nieuwe tweeling. Zijn moeder kijkt toe van de zijlijn, en Dario legt later uit dat hij ondanks gebrek aan kennis met dit soort leerlingen toch probeert iedereen mee te krijgen met de groep. Na een uur lopen we via het voetbalveld naar een nieuw huisje in aanbouw achter op het terrein: Een muziekstudio in de buitenlucht. Er worden gitaren, percussie, versterkers, snoeren en twee elektrische piano's meegetild, en via een kort steil grassig paadje bereiken we de verdieping in aanbouw. Iedereen is enthousiast, Mike is verliefd op zijn gitaar, stoelen worden uitgestald en Dario introduceert mij als pianojuf uit Nederland, uit Europa, een continent met veel muzikale ontwikkeling, geschiedenis en discipline. Veel grote ogen kijken me aan.
Tja, hoe doe je dat? Pianoles geven aan een groep van zo'n 15 kinderen, sommigen schelen wel tien jaar van elkaar in leeftijd en niveau. De piano is een plastic keyboard met 66 toetsen (niet de volledige 88), kinderen kennen verschillende instrumenten, alleen met Spaanse terminologie natuurlijk, en leren ook nog eens alleen in het Do-Re-Mi systeem, terwijl ik altijd aan de hand van letters heb geleerd (vanaf de centrale C-toets). Ik begin met de vraag wat ze al weten van de piano. Hoeveel toetsen heeft de piano? Hoe ga je erachter zitten? Hoe houd je je hand? Wat is een toonladder, hoe speel je die? Een zussentweeling op de eerste rij heeft al wat lessen gehad, en weet dat je bij toonladders lopen je duim onder de middelvinger doorwandelt. In eerste opzicht reikt de kennis van de klas ongeveer tot daar; de kinderen zijn verlegen, maar wel met goede belangstelling. Ik leg uit dat je je hand kunt houden alsof je een sinaasappel oppakt - zo leerde ik dat van mijn docent vroeger - en hou mijn hand als een soort omgekeerd bakje in de lucht. Ook vertel ik ze kort wie Chopin is (hier zeggen ze "Chopien"), en dat die ooit zei dat je je hand eigenlijk zoals een octopus zou moeten bewegen; sterk, flexibel, ontspannen en niet verkrampt, en iedere vinger/tentakel als een onafhankelijk instrument. Ze knikken lachend maar een beetje verdwaasd. "Je hand is dus zoals een vis in het water, die kan zwemmen waar die wil" - of zo iets floep ik eruit. Ook best vermakelijk te observeren hoe deze les zich ontwikkelt - ik had wel wat ideeën voorbereid maar het gaat al snel puur op vraag en antwoord met de leerlingen.
Daarna lopen we toonladders op ons been, want tijd en ruimte voor alle kinderen om het instrument te voelen is er niet. Ik speel nog wat akkoorden voor en vertel ik hoe handig die zijn om het samen spelen te begeleiden, zoals in een bandje, en de kinderen knikken wat en lijken tevreden, maar ook een beetje hun aandacht te verliezen. Natuurlijk is het ook bizar om muziekles op afstand te hebben, zonder iedere leerling met een eigen instrument - maar dit is natuurlijk mijn perspectief van hoe je muziek leert. Hoe anders is deze ervaring dan die luxe piano's waar ik privé-les op gaf aan leerlingen in Amsterdam Zuid... Al hadden die kinderen ook lang niet allemaal een gezellige thuissituatie, de omgevingsfactoren hadden niet contrasterender kunnen zijn. Interessant om over na te denken, want veel van de dingen die ik in die lessen in Amsterdam improviseerde komen hier wel van pas: Enthousiasme voor de piano overbrengen, focus op houding bij het spelen, uitproberen, en vooral aanmoedigen om thuis te oefenen - het blijft een universele taal.
De groep splitst op, de blaasinstrumenten gaan met Mauricio mee, de percussie naar Daniel (een van de mentoren) - naar het drumstel zo'n 5 meter verderop van het keyboard, en vier meisjes blijven bij mij met de piano. Dario circuleert om de boel in de gaten te houden. Het is af en toe schreeuwen en goed luisteren om de pianoles door het gedrum heen te vlechten, maar ik wen aan het lawaai en de meisjes lijken het niet eens te horen. We oefenen wat toonladders, akkoord-oefeningen, en tot mijn geluk heeft de tweeling een keyboard thuis. Een jonger meisje heeft nog nooit gespeeld, en het meisje van het drumstel probeert vol concentratie krampachtig een toonladder te produceren. Rustig focussen we op een rechte rug, beide benen op de grond, schouders ontspannen omlaag, en ik probeer ze te helpen wat meer te ontspannen achter het instrument. Dan moedig ik aan in gedachten mee te zingen met hun spel. "Piano is als een soort zang van onze vingers", leg ik uit, en meteen gaat het wat beter! De jongste hoor ik de toonladder mee-neuriën en het klinkt soepeler, precies het doel van de opmerking. Dat soort kleine Eureka momentjes maken een les altijd de moeite waard, maar nog iets meer in deze omstandigheden.
Dan vragen ze of ik "Para Elise" ken. Na wat fronsen snap ik het: ze willen "Für Elise" horen. Na een rustige start stop ik bij het eerste akkoord, en vraag of ze het herkennen. "La-menor!" Jubelen ze. Inderdaad, A-mineur, een van de makkelijkste akkoorden op de piano die ze al in hun repertoire hadden. Beethoven verbinden met popmuziek werkt altijd leuk om jonge leerlingen te enthousiasmeren. We praten over de context van de muziek, ik vertel dat het stuk als een soort liefdesbrief geschreven is, en vertel ze dat de piano altijd met liefde bespeeld moet worden, zeker dit soort romantische muziek. Bijvoorbeeld met de intentie alsof ze iets liefs aan hun moeder vertellen. Tot mijn verbazing hoor ik een van de meisjes meteen wat tonen spelen en zachtjes iets in de trant zeggen van "Ma-ma-te-quiero" (Mama ik hou van jou) terwijl ze wat toetsen omhoog speelt. Ze pikken dus allerlei tips en ideeën heel snel op, ookal lijkt de concentratie soms een chaotische bedoeling. We sluiten het lesje af, Dario komt vragen hoe het gaat en vraagt ze "Profe Maite" te bedanken. De tweeling belooft thuis te oefenen, een van hun vriendinnen zal bij ze langs komen om mee te spelen. De jongste speelt eigenlijk clarinet en rent alweer in het rond - zij doet eigenlijk elke week een ander instrument, zegt Dario grijnzend. De kids rennen naar huis om te lunchen, en wij krijgen een verse maaltijd van de kok van de school - zowaar met vega optie!
Mauricio komt erbij zitten, we praten wat over muziekonderwijs, Barcelona, en de mannen onderling over mogelijke lesmethodes om verschillende niveaus met de leerlingen te ontwikkelen, en zo de talenten hier op school echt doorgroei kansen aan te bieden. Daarna lopen Dario en ik het dorpje in, de buurt heet "Bello Oriente" en bestaat uit klusters van drukke huizen, straatjes, steile groene heuvels en grote streekbussen die dat netwerk verbinden. We krijgen koffie uit een plastic bekertje, ik mag achter het bakkertje naar de wc, wat ook de wc van die familie blijkt te zijn, er staat een tandenborstel naast de wasbak. Dario vertelt wat over de context van deze leerlingen. De mentoren worden uitgekozen op talent en leeftijd, en krijgen een mini-salaris om een aantal keer per week muziekles te geven aan de kleintjes, en draaien dus echt mee op de muziekschool; een vergelijkbaar systeem met de school die ik eerder in Urrao zag. Het salaris krijgen ze niet als ze niet goed oefenen en toegewijd lesgeven - zo krijgen ze ook een beetje ervaring met het idee van 'werken voor je geld'. Dan praten we over een van de oudste leerlingen, enorm getalenteerd, maar met een lastig verhaal. Situaties zoals hij zijn er veel, krijg ik te horen: opgroeien zonder ouders, uit huis plaatsingen, geweld, leven op straat, drugsproblemen; kortom, afwezige veilige thuissituaties en gebrek aan toekomstperspectief. De muziek is dan echt een krachtige houvast voor deze leerlingen.
We praten verder over de leerlingen die hij al lang kent, en ik vraag of hij ook na de lessen contact onderhoudt. Af en toe, als het lukt, zegt hij - als de leerlingen hem benaderen. Laatst nog zag hij van dichtbij de risico's van het leven in dit milieu die de activiteiten van de stichting proberen te voorkomen; een van zijn trouwste leerlingen die hij al meer dan tien jaar kent, was voor een tijd bij het leger aangesloten. Bij terugkomst had hij schizofrenie ontwikkeld, kwam hij niet bij lessen opdagen en loog hij over vanalles. Heel pijnlijk om te moeten aanschouwen, vertelt de muziekmeester, die, naar langzamerhand blijkt, eigenlijk gewoon een enorm gezin runt aan kinderen met afwezige vaderfiguren (zo stel ik me voor). De muzikant waar we het over hebben verdween van de kaart, en belde na een tijd toch op met al zijn problemen, vertelde dat hij uit huis was geschopt en dat hij van de straat en van de drugs leefde. Later vandaag zullen we hem ontmoeten: het gaat wat beter met hem, en hij heeft ontzettend muzikaal gitaar- en zang talent en kijkt uitdagend over de microfoon heen. Met volle overgave zingt hij over liefde en verlies, met lange zuivere uithalen en af en toe zijn ogen dicht - met het verhaal in mijn achterhoofd raakt de boodschap recht in het hart. Bij de koffietent daarvoor liep ook een vriendelijk uitziende oudere jongen binnen om de maestro te begroeten - een vriend van die andere oudleerling, en met een soortgelijke paradoxale uitstraling van hoop en wanhopigheid. Hij vertelt open over problemen met zijn ex-vriendin, dat hij maar geen richting en discipline kan vinden in het leven, met allerlei zorgen rondloopt, maar zo graag door wil met de muziek. Op de wandeling terug samen naar de school bovenaan de dorpsstraat geeft Dario een korte peptalk over dat hij richting moet houden, focussen op zorgen voor zichzelf, voeding, discipline, oefenen, sporten, theorie studeren, muziekles geven; dat hij jong is en veel potentie heeft die echt alleen in hemzelf zit. Een geimproviseerde speech, rustig en vriendelijk maar ook streng, en dat onderweg tussen lunchpauze en bandrepetitie in nog geen vijf minuten.
Je kunt nog zoveel theorieën en onderzoeken schrijven over hoe om te gaan met sociale ongelijkheid, jeugdproblemen, armoede en probleemwijken; maar ik voel ineens dat dit de acties zijn die ertoe doen. Er zijn, op consequente basis, luisteren, praten, kritisch en met aandacht met de jongeren meeleven, waar nodig tegengas geven en een richting aanbieden. Heel krachtig om mee te maken.
De middag is voor de bandrepetitie. Er wordt gejamd, geïmproviseerd, we doen een micro-Engels les voor uitspraak van de text van Beggin', er zit een jazzy nummer tussen dat met verbazingwekkende volwassenheid wordt gezongen door een 16-jarige muzikant in leren jack, en er volgen een aantal latin-ritmes onder begeleiding van Dario. Het begint wat te regenen, de grijs-groene vallei omlijst het uitzicht van de openlucht studio. Er wordt gewerkt aan ritme, de nieuwe bassist heeft al een goede groove en drie van de jongens delen om beurten de microfoon. Onder de indruk kijk ik toe en zie ik hun gezichten veranderen. De jongen van de koffie zit te kijken en ik zie hem nadenken. Hij wendt zich tot mij en vraag of ik terug kom. Natuurlijk, beloof ik. Van de muziek krijg ik altijd goeie gedachten, beslissingen en oplossingen, zegt hij. Zijn blik valt terug op het drumstel en ik voel even heel letterlijk wat voor een uitvlucht, en tegelijkertijd levensrichting dit muziekoord de studenten brengt.
De middag loopt ten einde, instrumenten worden opgeruimd en er wordt met voorpret gesproken over de drie concerten die ze volgende week hebben. Een intercollegiale muziekcompetitie, een optreden bij de Macro (supermarktketen), en een concert op het voetbalveld zaterdagmiddag ter viering van het 15-jarig jubileum van Stichting Caminos. Hun ogen glinsteren en er worden schouderklopjes gegeven - je voelt hoe dit soort vooruitzichten betekenis geven en ze lijken ineens een stuk ouder dan ze zijn. Ik beloof volgende week met spandoek te komen kijken, en zwaai onder allerlei indrukken gedag terwijl we naar het hek lopen. Op terugreis reflecteren Dario en ik samen, onder genot van werkelijk waar artistieke achteruit-manoevres van de buschauffeur dwars terug door straten op een paar centimeter langs schuin geparkeerde auto's, levendige eettentjes en verdwaalde voetgangers - in de schemering. We spreken af nog zo'n dag in te plannen, en ook langs te gaan bij de andere twee scholen, zo'n uur ten zuiden van hier in Dario's dorp. Ook houden hij en Derk van fietsen en gaan we binnenkort weer de fiets en muziek combineren - een magisch duo dat hier vaker mogelijk blijkt, erg leuk. De verdere metro terug zit ik alleen en kijk langs de voorbijzoevende stad (de metro hier is werkelijk waar een indrukwekkend systeem, een soort ultra Noord-Zuidlijn, bovengronds, waarbij je de hele doorsnee van de vallei kunt aanschouwen.) Veel gedachten, uitspraken, gezichten, verhalen en klanken om te verwerken, en pas bij thuiskomst zie ik een beetje in perspectief hoe dankbaar ik voor deze dag ben. Hoeveel er nog te doen is, hoeveel er al gedaan wordt, hoeveel opties er voor de toekomst liggen om aan dit soort projecten mee te werken, of wellicht, op een dag, op te zetten...
Goede video voor context van de stichting, ook in samenwerking met Nederland en Oeganda: Het nummer "Yo viajo por mi mundo" https://www.youtube.com/watch?v=zYpv1uBgZHw&t=6s.
Ik zie je verhaal nu pas, ik had steeds verkeerd gekeken.
Leuk gehad in Cartagena? Veel liefs, oma c