Een traan: Improvisatie, bittere straatbeelden, opera en een ex-militair

3 november 2022 - Medellín, Colombia

Het is bijna middernacht, woensdagavond, 3 november. Ik zit in de met TL-verlichte witte woonkamer, op het rieten bankstel met de versleten kussens, de donkerrode bloemen half verlept schuin voor me op tafel. Er klinken vreemde klanken uit het trappenhuis, de douche druppelt af en toe, buiten rijden de laatste auto's naar huis en verder is het vooral best wel stil. Mijn huisgenoten zijn nog bij een afterparty van het studentenconcert op de universiteit waar we net waren, en ik probeer de gesprekken en indrukken van de dag te ordenen. Zodra ik begin met schrijven zie ik op mijn scherm woorden verschijnen die de verwarring in mijn onrustige gedachten verklaren.

De ochtend startte stralend op het zonnige dorpsplein, een lang telefoongesprek met liz in haar nieuwe appartement in Lyon, mensen lopen ontspannen de kerkdienst uit en zitten vrolijk op het terras, al is het nog geen 7 uur. De dag kan beginnen, en kort daarna start mijn reis naar San Diego, een wijk in het centrum. Via wandel-metro-taxi tocht sta ik op een helling aan de voet van de "Las Palmas" klim, een uitzicht rijke fietstocht die ik zondag met 3 Colombianen deed (Esteban, pa en vriend), die langzamer waren dan hun fietsen- en praatjes- deden geloven. Het was zo'n 2 uur klimmen met meer dan 1000m stijging, en eerlijk gezegd was het heel lekker om dat eeuwige macho-gedoe hier eens voorbij te trappen!

Nu staat me echter een ander avontuur te wachten: een pianoles van de eerder genoemde improvisatie pianist waar ik zo stil van was geworden. Hij heeft ingestemd mij les te geven, en ik ben best wel zenuwachtig. Na wat rondhangen bij de lieve security vrouw achter het zware hek, mag ik naar Toren 6 om stipt om 10:00 het muzikanten pand te betreden. Het is meteen een goede sfeer: overal planten, twee katten (of meer?), kunst aan de muur, een klein atelier, allerlei kleuren, en daarachter de muziekkamer, met in de hoek uitzicht over de vallei, een boekenkast met muziekboeken, een gitaar, en een heel bijzonder houten piano. Het blijkt een soort kast te zijn, om een elektrische piano heen gebouwd, en beschilderd door zijn vrouw met bijzondere, een beetje mystieke kleuren en vormen. Juan heeft hele vriendelijke ogen en komt meteen met een kop koffie aanzetten.

En dan beginnen we aan mijn eerste improvisatie les, die zo'n 2 uur zal duren. Dat is echt best spannend, want er zijn dus nul regels, bladmuziek, of houvast. In tegendeel, het is een ontdekking van het onbekende, hoe emoties te vertalen in de muziek, tussen harmonieën doorspelen, nieuwe melodieën uitzoeken, en vooral niet blijven hangen in het mij bekende romantisch-klassieke repertoire. We leren elkaar wat kennen, en hij vertelt over zijn psychologie opleiding, waarna hij toch doorging met piano, componeren, lesgeven, concerten geven; en tegelijkertijd is hij organist in een kathedraal in de buurt én speelt hij elke vrijdagavond in een rockbandje. Ik voel me meteen op mijn gemak bij deze artistieke geest, zo veelzijdig en iemand die duidelijk waarde hecht aan het combineren van disciplines en passies. Hij wijst naar de toetsen en zegt: improviseer maar, ik wil je horen. Het voelt heel intiem om ineens mijn improvisatie ontdekkingen van de laatste weken zo voor iemand te spelen, en los gebaseerd op de muziek van Mussorgski speel ik een paar minuten voor. Ik heb het warm en voel me wat gespannen, maar kan toch dieper afzakken in de improvisatie en ben misschien ook wat scherper dan normaal. Ondertussen maakt Juan aantekeningen in zijn muziekschrift, later zie ik dat hij wat noten heeft opgeschreven die ik speelde. Zodra de stilte is gevallen vraagt hij wat ik vertel, waar ik aan denk. Het is voor het eerst dat ik mijn gedachten rond deze improvisaties met een muzikant deel. Ik vertel erover dat het me ten eerste doet denken aan Rusland, omdat het een Russische componist is, en dat ik altijd in de verte wat voel van de pijn van de oorlog die nu verder weg is, maar in Europa zo dichtbij, en dan ergens ook specifiek het verlies van Russische jongeren die vechten en sterven in de oorlog, waar zovelen op tegen zijn, denkend aan al diegenen die in opstand proberen te komen en verdwijnen. Het stuk heet "Une Larme", een traan, of "Una lagrima" in het spaans. Dus eigenlijk is het een zoektocht naar het geluid van een traan. Daarbij komen mijn gevoelens van de afgelopen maanden hier, de tranen die ik heb gevoeld in gesprekken met mensen, met taxi chauffeurs, met kinderen, de tranen van het recente verleden, de trauma's, de tranen die hier niet mogen vallen binnen families door een taboe op pijn, omdat nu 'alles beter is', mijn traan die dagelijks omhoog komt omdat ik niet kan helpen, en dan weer een traan van hoop, opbouw, groei en verbetering, was het toch allemaal niet verloren, heeft Colombia een toekomst voorbij al het geweld? In vergelijking met 20 jaar geleden is het hier nu een paradijs, en tegelijkertijd zie je mensen buiten bewustzijn langs de kant van de weg liggen, pal naast het centrale metro centrum. Contrasten, perspectieven, en allerlei emoties die tot tranen kunnen leiden. Daarover later meer. Ook leg ik uit dat ik deze improvisatie op het Pianissimo festival aanstaande 13 november wil gaan interpreteren, en dat ik op zoek ben naar tools, technieken en inspiratie om dat aan te pakken, zometeen in een theaterzaal op een concertvleugel. Juan knikt bedachtzaam en zegt dat ik een interessante bewerking heb gemaakt, waarin ik 'deconstructie' gebruik van de originele muziek. Hij vraagt me het originele werk te laten horen, en zegt daarna enthousiast dat ik meerdere technieken heb gebruikt waarvan ik de naam nog niet kende. Zo heb je blijkbaar de Duitse en de Franse improvisatieschool, die vanuit de muziek improviseren, of juist naar een melodie toe. Dan is er nog intuïtieve muziek, atonale muziek, improvisatie variaties...

De rest van de les bestaat uit uitwisselingen van ideeën, meer theorieën, een aantal Colombiaanse improvisatie kenners, oefeningen, (zoals: laat je handen op de piano vallen en maak muziek uit alleen die selectie van noten), meerdere melodische vormen komen aan bod en terwijl ik alle tips, namen en ideeën opschrijf probeer ik tussendoor nog persoonlijke aantekeningen te maken en verbanden te leggen met mijn eigen kennis. Dan pakt hij een groot boek met lege pagina's, en zegt: we gaan tekenen. Hij tekent een soort grafische lijn die lijkt op een grimmige berg, en vertelt dat mijn spel nog veel kan verbeteren op het gebied van ontwikkeling, contrasten tussen stilte en diepe emotie, en dat het helpt naar een soort hoogtepunt toe te werken. "Wat betekent die bergtop voor jou?" Vraagt hij. Ik besluit dat dat het moment is dat een traan het oog verlaat. Vervolgens bedenken we woorden en gevoelens bij het proces, en daarna probeer ik de tekening in muziek uit te drukken, maar dit keer buiten een harmonie die ik al ken, simpelweg met dynamieken om de lijn te visualiseren, in te voelen. Na meer uitleg en oefeningen waarin hij allerlei creaties voorspeelt - zoals een geïmproviseerd stuk slechts gebruik makend van twee noten naast elkaar, de D en de E toets (Re en Mi), staat hij ineens op en haalt een schilderijtje van de muur, een soort aquarel van een jungle. "Speel dit schilderij maar". Het zijn lastige opdrachten maar precíes waar ik me mee bezig wil houden, voel ik. Tussendoor legt hij banden met de psychologie. Improvisatie is bijna net als Psychoanalyse, legt hij uit. Er zijn geen regels, niks is fout of goed. Het enige dat belangrijk is is dat je loskomt van angst, van prestatiedruk, van vergelijking, en dat je de woorden laat stromen, uitspreekt wat er opkomt, of dus uitspeelt wat er in je lichaam beweegt. De les loopt ten einde en we spreken af de volgende les aan modaliteiten te gaan werken (verschillende versies van toonladders met allerlei (soms wrange) klanken), en als huiswerk heb ik om al mijn aantekeningen en gedachten te ordenen, en uitdagingen voor mezelf te ontwikkelen, zoals het kiezen van woorden, tekeningen of schilderijen (en die eventueel eerst zelf ook maken), en dat vervolgens uit te zoeken op de piano, continu op andere toetsen, met andere ritmes, herhalingen van fouten (want dat maakt een fout tot een thema en dus muziek) en melodische kleuren. Voldaan en een beetje high van al deze creativiteit verlaat ik het wooncomplex en ik besluit te gaan wandelen. 

Het is warm als de middag valt, ik loop door een gebied parallel aan de metrolijn, langs veel winkels met autobanden en redelijk rustige straten, waarschijnlijk door de lunchpauze. Na wat taxi overwegingen voel ik me toch niet aangetrokken door de mannen achter het stuur, en besluit ik door te wandelen naar het vegan restaurant in het oude, rauwe centrum rond metrohalte San Antonio. Op een voetgangersbrug dwars over een van de chaotische autowegen liggen jonge mannen op kapotte slaapzakken, de ene hijsend aan een pijpje, de ander languit op zijn buik. Ze hebben zwarte vlekken op hun gezicht van het vuil. Dit deel van de stad is lastig, vol harde contrasten met drukke straatverkopers en de bittere gezichten van mensen die langs de weg leven. Na alle prikkels ben ik blij als ik bij Govindas aankom, met de inmiddels bekende vrolijke ober en het altijd originele dagmenu. Over de balkonrand zie ik een man zonder shirt voorbij strompelen, en er slaapt een ander tegen een statig standbeeld. Mensen lopen om- en haast over hen heen. Na een zucht besef ik dat misschien nog het meest pijnlijke is dat dit straatbeeld begint te wennen. Ik voel me veel veiliger dan eerst in deze buurt, en de enige verandering die dat teweeg heeft gebracht is de normalisering van deze situaties in mijn hersenen... 

Na wat werken, een bel met papa en reflecteren op de contrasten tussen de pianoles en de wandeling daarna (Is creatieve vrijheid in eerste opzicht gewoon een enorm privilege? Waar komt leed vandaan, en vooral, is er ooit nog een uitweg voor iemand die de laatste mentale capaciteit tot oplossingen bedenken kapot rookt?), ga ik opgelucht richting mijn yoga les. De docente blijkt ziek en de vervangende yogi heeft een hele verzameling aan klankschalen uitgestald - ik ben in een 'sound healing yoga klas' beland. Er volgt een les van diepe rust, slechts 5 poses ondersteund met stoelen, dekens en kussens, en het is bijna een soort hypnotische, magische sessie waarin we continu zweven tussen het nu, de vibrerende klanken, en een soort tussenwereld van semi-dromen, waarin muziek en emotie zich vermengen met ademhaling om over te geven aan de houding, over te geven aan de rust van de ruimte, aan de verkoopkreten op straat, aan het dagelijks leven in deze zo bewogen stad.

Even later wandel ik vanaf het Poblado metrostation via een donkere stoep naar de Eafit universiteit. Ondanks de wat duistere bomen langs de weg voel ik me wat meer in vrede met mijn omgeving en al haar verschillen, totdat ik de universiteit binnen wil lopen en word herinnerd aan de eindeloze veiligheidsprotocollen hier, inclusief ID inspectie, foto, rugzak controle en digitale 'paradijspoortjes'. De luxe campus van de privé-uni komt me vervreemd voor, vol met mooie planten, gouden lichtjes en eetkraampjes. De lachende studenten doen me denken aan die kleuter vanmiddag langs de drukke autoweg, bungelend aan zijn moeders hand, starend naar de verkoopselectie aan telefoon hoesjes en avocado's die misschien op een dag genoeg waard zullen zijn om zijn schoolboeken te kunnen betalen. De kleuter doet me weer denken aan een jonge baby, nog geen halfjaar oud, die ik laatst tussen het afval zag kruipen, zijn moeder futloos een eindje verderop met haar hand in de lucht. Zouden deze studenten ook zo met deze contrasten zitten, of zijn ze blij dat ze niet (meer) achterom hoeven te kijken? Het concert begint zo en ik besluit toch maar van mijn privilege gebruik te maken om de problemen ook even achter de zilveren poortjes te laten liggen, achter deze "paradise gated community", daar waar de straatlantaarns niet schijnen. 

Het auditorium is mooi, en er staat een trotse Steinway & Sons vleugel te schitteren. Het orkest druppelt naar hun stoelen, en het enorm enthousiaste publiek moedigt hun medestudenten en muziek-collega's aan - waaronder een groep van de Iberacademy. Er volgt een serie aan piano, viool en opera concerten, onder leiding van verschillende dirigenten en alles van buitengewoon niveau. Een van de pianisten blijkt een totale virtuoos, en vooral de twee opera zangeressen in felle rode en gele jurken zingen dwars door me heen. Mijn huisgenoot, Dani, de 17-jarige violist uit Bogotá, speelt een waanzinnige vioolsolo onder leiding van het hele orkest en onze maestro Alejandro. Ik voel tranen opkomen en weet dat de muziek hier voor een bepaalde groep kinderen wél het antwoord biedt naar een toekomst toe, van de straat af, en voor een paar uitverkorenen, een optie richting het toneel, de schijnwerpers, het applaus.

Na afloop hangt er een warme sfeer tussen muzikanten, studenten, vrienden en docenten; het is inmiddels hard gaan regenen na deze warme dag, en we slenteren naar de woongroep van Estefania, de celliste die mij de eerste dag rondleidde door Medellín. Ze vertrekt morgen na 5 jaar weer terug naar Bolivia en neemt afscheid van de 'beste jaren in haar leven', zegt ze. Even later voel ik me toch een beetje een vreemdeling op deze afterparty van al dit bruisende talent (én ze gaan een carnivorische maaltijd bestellen), dus bedank ik iedereen en wacht ik in het einde van de regenbui op mijn Uber. 

De chauffeur (David) blijkt een ex-militair, en ik krijg een praktisch college over het Colombiaanse leger tot aan mijn deur, 20 minuten verderop. In dit land is het "el malo contra el malo", stelt hij. "Het slechte tegen het slechte". Hij heeft me opgepikt omdat zijn zusje ook Maite heet en hij nog nooit een naamgenoot heeft ontmoet. Zijn broer speelt trombone, maar David's roeping was altijd al om in dienst te gaan, en dat zette hij dan ook voort na de dienstplicht op je 18de hier (die wel makkelijk te ontlopen is), totdat hij bij een ontploffing betrokken raakte en zijn nek en arm ernstig beschadigden. Na 8 jaar werd hij tegen zijn wil uit het leger gezet, zijn enige doel en passie in het leven. Hij draait de reggaeton harder met zijn zwaar getatoeëerde arm en zegt dat het ergens ook wel goed is zo, dat het alleen maar ingewikkelder wordt en dat dat vredespact van de FARC een grote nepshow was. Hij snapt de ideologie van de guerilla's, maar de meesten zijn 'narcotraficantes' (drugsdealers), en nu zijn er bij zijn vrienden veel spanningen in het leger, want zij zijn tegen de net nieuwe, en eerste linkse president (een ex-guerillera)... Als ik thuis kom is het stromend water afgesloten, en na wat stuntelen met verschillende knoppen onder het aanrecht sluit ik vrede met deze finale van de dag.

Een dag van grote contrasten: Muziek, creativiteit, bittere armoede, meditatie op geluidsgolven in het gezelschap van twee lieve vrouwen (ik schat jonge oma's) en een kreupele man die zijn been niet kan strekken maar toch telkens lief glimlacht, een les die ging over ademhaling en ontspanning. We lagen in meerdere posities net zo stil als die man op de trappen van de verkeersbrug. Rust is ook een breed interpreteerbaar begrip. Getalenteerde musici geborgen in een warm klimaat (maar keihard werkend, want ook zij hebben lijken langs de weg zien liggen), geweld, het leger ("deze politiek leer je niet op de universiteit"). Vandaag heb ik alle hoeken van mijn emoties gezien, gevoeld in mijn hart dat soms samenkneep, en geproefd op de straten van het ruige centrum, waar je regelmatig je route moet veranderen om slapende mensen op straat niet aan te stoten. Voor werk vandaag waren er maar drie taken: twee vrouwen van de international office mailen voor een Erasmus+ samenwerking, de ene mail in het Engels naar Wenen met excuses voor het slome proces, de andere mail in het Spaans naar de Eafit universiteit over wat voor details en uitwisselingsovereenkomsten we in het 'inter-institutional partnership document' gaan zetten om muzikanten over en weer te sturen. Mijn laatste taakje kwam in de namiddag, of ik even de Roemeense concertviolist van laatst (die in Oostenrijk woont) wil mailen of we haar cash kunnen uitbetalen, dat kan een van onze pianosolisten haar dan morgen komen brengen, inclusief de onkosten - of ze daarmee akkoord is. Het was ondertussen al 22:00 in Europa, en tot mijn verbazing kreeg ik meteen een bericht terug van de eerder nogal veeleisende muzikante; natuurlijk, ze gaat dit met haar manager bespreken, zegt ze, gevolgd door allemaal rode hartjes smileys. De volgende ochtend lukt de transfer uiteindelijk via een afspraak tussen de dochter van de concertviolist en onze pianist, en wordt de €2500 (in een koffertje?) afgeleverd met een bevestiging op een briefje (de muzikanten blijken elkaar gelukkig wel al te kennen), en ik besluit al mijn vragen voor me te houden en zo goed mogelijk te pendelen tussen Spaanse spraakmemo's, Engelse app-berichten en mailcontact met de manager van de violiste over hoe dit dan weer in een factuur te verwoorden. Veel sneller dan verwacht is het allemaal gelukt en is iedereen tevreden, blijkbaar is deze gang van zake veel minder bizar dan ik dacht.

Ach ja, dat is het mooie van het leven hier denk ik maar: elke verrassing wordt gerelativeerd door een volgende situatie, en erg veel tijd om door te malen over een confrontatie is er vaak niet. Mensen vragen hier continu hoe het gaat, of alles goed is. Een lieve begroeting die verbonden is met ieders familiegeschiedenis. Is alles 'nu' oké? Relatief weinig gesprekken gaan over het verleden, over de jeugd, of over de verdere toekomst. Men leeft in het nu, en dat is soms onhandig, soms inspirerend. Maar het is vooral uit noodzaak, zoveel mentale, financiële en creatieve ruimte bestaat er simpelweg voor de meesten niet. Het zal ook een cultureel ding zijn natuurlijk, en ik analyseer dit allemaal door het perspectief van iemand die zich als kind druk maakte over het snel genoeg zonder zijwieltjes te kunnen fietsen. Je kunt bitter worden door dit soort oneerlijke verschillen, je enorm schuldig voelen, nutteloos misschien. Naast al dat soort reacties voel ik vooral een enorme dankbaarheid voor al die facetten, personen, familie, plekken en gemeenschappen die mij het vertrouwen, de veiligheid en nieuwsgierigheid in het leven hebben laten zien. De uitdaging is nu om die levensinstelling te blijven koesteren, om mijn kwetsbaarheid en liefde te beschermen, om niet te verharden en te gaan denken in de problemen, het leed, de pijn, de littekens. Om te blijven leven in vooruitzichten, in creatieve projecten en om regelmatig te lachen; om zo'n blik op het leven, op onze maatschappij, hopelijk te blijven uitstralen. Meerdere mensen hier hebben me verteld dat ze geïnspireerd zijn door hoe ik het leven probeer aan te grijpen, we spreken over dromen, doelen, ideeën, en ik probeer vooral veel te spreken vanuit enthousiasme en energie voor alles dat wel kan. Daarom denk ik dan ook elke dag een beetje meer dat de pedagogiek, de educatie van kwetsbare jeugd, een van de meest hoopvolle richtingen zou kunnen zijn om mijn toekomst op te gaan richten.

Foto’s